- Herman Johan Geursen (1932-2025) werd op 9 januari 1932 te Tiel geboren als zoon van Sijtze J. Geursen (1893-1971), leraar wiskunde op de plaatselijke Rijks HBS, en Johanna C. te Hennepe (1898-??). Na zijn eindexamen HBS-B studeerde hij scheikunde aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Eind 1958 behaalde hij zijn doctoraal.
- Van 1960 tot 1969 werkte Herman als researchchemicus op het Onderzoekingsinstituut ‘Research’ van de Algemene Kunstzijde Unie in Arnhem en na de fusie tot Akzo van 1969 tot 1996 op de Arnhemse laboratoria van Enka Research en Akzo Research, waar hij meer dan 20 jaar op de finish afdeling CDA (Avivage & Kleurstoffen) werkte. Hij stond daar bekend als een manus van alles op het gebied van polymeren en hulpmaterialen, die handboeken met waardevolle uitklapbare tabellen maakte over de eigenschappen van diverse componenten, in de tijd dat er nog geen PC’s waren. Daarbij ging het om smeermiddelen en antistatica om garens te kunnen verwerken (twijnen/weven/breien/knopen) of middelen om extra eigenschappen toe te kennen aan garens (beter hechtend, waterafstotend, water-blokkerend, aanverfbaar). Zijn collega’s, die verantwoordelijk waren voor de ontwikkeling van een bepaald type garen (polyester, polyamide, rayon of aramide) gebruikten zijn kennis voor de optimalisatie van ‘hun’ garentype.
- Naast een veel geciteerd artikel, met H.M. van Dort, uit 1967 over het gebruik van aan zuurstof gebonden Co (II) als katalysator in de organische chemie, stonden er verschillende octrooien op zijn naam, waaronder een octrooi op de polymerisatie van mono-methylcyclohexaan (1961-1962), kort na zijn aantreden. Rond 1990 leverde hij samen met Stef Willemsen een belangrijke bijdrage aan de doorbraak van het gebruik van de supersterke Twaron-vezels als water-blokkerende sterktedrager voor optische kabels die voornamelijk in hoogspanningsmasten werden opgehangen. Door de uitvinding van een ingenieus procedé werden Twaron garenfilamenten van een superabsorber-houdende coating voorzien waarmee verhinderd werd dat vocht de glasvezel (via een beschadigde kabelmantel) kon bereiken. Hierop werden tussen 1991 en 1994 door Akzo wereldwijd meerdere octrooien genomen.
Zie: Chemisch Weekblad 49/50, 5 december 1998; Stef Willemsen, ‘Droge kabels’, in: Herman van Bekkum en Jan Reedijk (red.), Chemie achter de dijken: Uitvindingen en uitvinders in de eeuw na Van ’t Hoff (Amsterdam: Edita KNAW, 2001), pp. 118-119; en A. Beyen, Spoken, slimmeriken en strategen: De wapenfeiten en sterke verhalen van Twaron (Arnhem: Teijin Twaron, 2007), pp. 74-75.
Twee van Geursens lijfspreuken verwijzen ongetwijfeld naar deze belangrijke uitvinding: (1) naar Wolfgang Pauli, ‘God schiep de materie, maar de duivel het oppervlak’, en (2) boven zijn rouwadvertentie, ‘Success is learning to deal with plan B’. - Na zijn pensioen bij Akzo, in 1996, zorgde zijn expertise op het gebied van oppervlakken dat hij door Henkel-dochter Cognis gevraagd werd als ‘Fibre Finish Consultant’, dat deed hij van 1996 tot 2002. In die tijd, en vooral daarna, kreeg ook zijn grote belangstelling voor geschiedenis alle ruimte. Vanaf de oprichting van TOV, de Tielse oud-leerlingen en -lerarenvereniging, in 1995, was hij een van de trouwste leden. Hetzelfde kan gezegd worden van de Chemie-Historische Group (CHG) van de KNCV waarvan hij vanaf begin 2009 lid was. Hij bezocht meerdere bijeenkomsten en hielp op hoge leeftijd, in 2019-2020, nog bij het corrigeren van technische gegevens in het boek Maurits: Vertellingen van een gedreven creatief technicus in dienst van het AKU concern (1925-1966) (over Maurits Heertje), samen met zijn collega’s Jan Kramer en Jan Mulderink, die door Geursen daarvoor gevraagd waren. Hij publiceerde ook over streekgeschiedenis.
- Herman Geursen was gehuwd met Leneke Voordouw. Hij overleed op 11 mei 2025 in Arnhem.

Herman Geursen aan een labtafel op de finish afdeling CDA (Avivage & Kleurstoffen) van Akzo Research.
_________________________________________________________________________________
Datum 10 oktober 2025
