Boudewijn Tieboel (ook wel geschreven als Boudewyn en de achternaam als Tiboel) was een vooraanstaand apotheker in de stad Groningen met bekendheid buiten de landsgrenzen. Hij was in 1732 geboren in Franeker, werkte in 1758 in Leeuwarden en trouwde in 1759 met Juliana Kroll (ook geschreven als Crol) in Groningen op 22 maart 1759. In 1760 vestigde het echtpaar zich in de stad Groningen waar Boudewijn 44 jaar het apothekersvak uitoefende. Het gezin bestond uit de ouders met de volgende vijf kinderen:
Jacobus Tieboel
Maria Tieboel
Geertruid Tieboel
Jan Wijbrand Tieboel
Henrietta Johanna Tieboel
Na zeven jaar in ruste te zijn geweest, vertrok hij met twee van zijn dochters in 1811 terug naar Leeuwarden ter gelegenheid van het huwelijk van zijn jongste dochter. Zijn vrouw Juliana Kroll was inmiddels overleden op 1 juni 1799 in de stad Groningen. Zelf overleed Boudewijn Tieboel op 28 maart 1814.
Deze gegevens betreffende het gezin Tieboel komen uit ‘Een Levensschets en Verdiensten van den Scheikundige Boudewijn Tieboel’ gepubliceerd in de Algemene Konst- en Letter-bode voor het Jaar 1814 (deel 1, pg 357-61).
De oudste zoon Jacobus Tieboel vestigde zich als medicus in Amsterdam. De dochter Maria Tieboel werd geboren in 1764 en overleed op bijna 71-jarige leeftijd op 15 februari 1834. Haar naam is niet te vinden in een Gronings doopboek. Een tweede dochter Geertruid werd geboren in de Oosterstraat in Groningen op 16 juni 1765.
Op 16 juni 1764 sloot Tieboel een zakelijke overeenkomst met Rinse Lieuwe Brouwer, een koopman in Amsterdam (zie de notariële akte d.d. 16 juni 1764).
Boudewijn Tieboel was lid van:
• Hollandsche Maatschappy der Weetenschappen te Haerlem (bron, 1770).
• Provinciaal Utrechts Genootschap van Kunsten en Wetenschappen (1786, bron). Daarvan waren eveneens lid Martinus van Marum, J.H. van Swinden en Paets van Troostwijk.
Op 9 augustus 1779 werd de penning van de Maatschappij van Proefondervindelijke Wijsbegeerte te Rotterdam aan hem uitgereikt (bron).
Wetenschappelijke bijdrages van Tieboel zijn opgenomen in de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren. Hieronder een overzicht van zijn verhandelingen:
- B. Tieboel - Verhandeling over de bereiding van het Oleum Animale Dippelii. In de Verhandelingen uitgegeeven door de Hollandsche Maatschappye der Weetenschappen te Haarlem (1770) XII pg 121-146.
De bereiding uit olie van Hartshoorn, door behandeling met water, door destillatie en door afscheiding in een scheitrechter. Zie voor meer informatie over Dippel's oil. - B. Tieboel - Verhandeling over de zoete olie van koperrood, pynstill. vogt van Hoffman, en aether. geest van Frobenius. In de Verhandelingen uitgegeeven door de Hollandsche Maatschappye der Weetenschappen te Haarlem (1773) XIV pg 131-294.
Frobenius schijnt het meest gewerkt te hebben met aether die in een mengsel met spiritus het vocht van Hoffman uitmaakt. De Latijnse namen van de drie producten zijn respectievelijk: oleum vitrioli dulce, liquor anodynus mineralis Hoffmannii, aether of spiritus aethereus Frobenii. - B. Tieboel - Verhandeling over de bereiding der tincturen, welke in de geneeskunde gebruikt worden: benevens eenige proeven, om dezelve, volgens eene nieuwe manier, voordeeliger, in korter tyd, en krachtiger te bereiden. In de Verhandelingen uitgegeven door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen te Vlissingen (1771) II pg 231-274.
Twee soorten van tincturen worden beschreven: ‘de enkelde (Tincturae Simplices) welke, behalven het scheivocht (menstruum), maar uit één ingredient, of enkel geneesmiddel bestaan. De samengestelde (Tinct. Compositae), waartoe meer dan een enkeld genomen wordt.’ Bereiding van de tinctuur van castoreum, van succinum, van myrrha, van gomlak, van kina en van rabarber. - B. Tieboel - Proeven met den papiniaanschen pot van Andreus Leopold Haan. Amsterdam, Schalenkamp (1775).
- B. Tieboel - Scheikundige waarneming, dienende tot nader betoog van de aanwezigheid des ijzers in het sneeuw- en regenwater en des Phogistons in den Glauberiaanschen Salpeter-geest. In de Verhandelingen uitgegeven door de Hollandsche Maatschappye der Weetenschappen te Haarlem (1776) pg 306-16.
- B. Tieboel - Scheikundig onderzoek omtrent een soort van valsche mirrhe. In de Hedendaagsche Vaderlandsche Letteroefeningen te Amsterdam (1777) VI 2 pg 487-93.
- B. Tieboel - Scheikundig onderzoek omtrent den aard der graveelstoffen. In de Hedendaagsche Vaderlandsche Letteroefeningen te Amsterdam (1778) VII 2 pg 7-13.
- B. Tieboel - Over de bereiding der potasch. In de Algemeene Vaderlandsche Letteroefeningen te Amsterdam (1779) I 2 pg 344-55.
- B. Tieboel - Verhandeling over de vaste Lucht. In de Verhandelingen van het Bataafsch Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte te Rotterdam, Volumes 4-5 (1779) V pg 99-192.
Daaruit de tekst:
‘Een studie van de vaste lucht, de gephlogisticeerde of besmette lucht, de brandbare lucht, de niterlucht, de alcalilucht, de zeezuurlucht, de dephlogisticeerde lucht. De studie is nog volledig in het kader van het phlogiston. Zonderling genoeg, de schrijver komt tot het besluit dat de verschillende luchten niet als oorspronkelijke natuurlijke verschillende luchten moeten beschouwd worden, maar als toevallig verschillende; de zuivere homogene lucht is de grondsteun van al die verschillende luchten, die niet onderling verschillen, voor zoo verre de hoofdstoffelijke lucht verschillende heterogene deelen bij zich voert.’ - B. Tieboel - Antwoord op de vraag, voorgesteld door het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Konsten en Wetenschappen (1786, pg 433), Welke zijn de eigenlijke Oorzaken, waarom de Scheikunde bij onze Nabuuren, en vooral bij de Duitschers, in meer aanzien, en algemeener oefening is, dan in ons Vaderland?
Daaruit de tekst:
‘Welke is de beste wijze om, ten minsten, in de voornaamste Steden van onze Unie, de Scheikunde in hare grondbeginselen te doen onderwijzen? Welke zijn de bekwaamste middelen, om die noodzakelijke en voor den mensch heilzame kunst bij de Artzenij-Mengkundigen in algemeener oefening te brengen? En eindelijk, hoe zoude men de deugdzaamheid der chemische bereidingen, inzonderheid die van buiten ingevoerd worden, best kunnen onderzoeken, ten einde de vervalsching voor te komen?’’
In de Verhandelingen van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Konsten en Wetenschappen (1786) IV 1 pg 1-107. - B. Tieboel - Over het zwavelwater. In de Algemeene konst- en letterbode (1792) I pg 204.
- B. Tieboel - Over de aanwezigheid der campher in de aetherische oliën. Eene zeer gewigtige waarneming. In de Algemeene Vaderlandsche Letter-Oefeningen te Amsterdam (1800) X 2 pg 513-6.
- B. Tieboel (vertaler) - A.F.L. Dörfurt, De Kina, in deszelfs geschiedenis, zoorten, vervalschingen, eigenschappen, en scheikundig onderzoek der samenstellende delen. Uit het Hoogduitsch vertaald, en met een Byvoegzel vermeerderd, door B. Tieboel. In de Algemeene Vaderlandsche Letter-Oefeningen te Amsterdam I (1803) pg 599.
- B. Tieboel - Waarneming omtrent den luchtzuiverenden damp van brandende salpeter. In de Algemeene Vaderlandsche Letter-Oefeningen te Amsterdam (1804) I pg 582-600.
- B. Tieboel - Iets over het vernuft der dieren. In de Algemeene Vaderlandsche Letter-Oefeningen te Amsterdam (1805).
- B. Tieboel (vertaler) - F. Huber, Over den oorsprong van het wasch. Recensie in de Algemeene Vaderlandsche Letter-Oefeningen te Amsterdam (1805) I pg 142-7.
- B. Tieboel (vertaler) - B. Tromsdorff, Zak-boek voor Practiserende Artzen, ter vermijding van Scheikundige en Pharmaceutische misslagen in het voorschrijven van GeneesmiddelenBenevens de Dissertatien van J.P. During, over zommige dwalingen, welke men in het voorschrijven der Geneesmiddelen moet vermijden. En S. Fockema, over de voornaamste Mercuriale Geneesmiddelen; Recensie in de Algemeene Vaderlandsche Letter-Oefeningen te Amsterdam (1805) pg 255-8.
- B. Tieboel - Om met vloeispath-zuur op glas te etsen. In de Algemeene Vaderlandsche Letter-Oefeningen te Amsterdam (1806) pg 351.
- B. Tieboel (compilatie) - Scheikundige Mengelstoffen, bestaande in Waarnemingen en Proefnemingen, enz. uit de nieuwste en beste Schrijvers en ondervinding verzameld, enz. Iste Stuk. Uitgegeven in Groningen door R.J. Schierbeek. (1806) 104 pg. Recentie in de Algemeene Vaderlandsche Letter-Oefeningen te Amsterdam (1807) pg 156-8.
- B. Tieboel – Scheikundige Vermakelijkheden (1811), Groningen, uitgever W. Zuidema, 59 pg.
Naast het uitoefenen van zijn vak als apotheker was Tieboel tevens betrokken bij het onderwijs aan medische studenten aan de Universiteit van Groningen (bron). Er wordt met spijt opgemerkt in dezelfde bron dat hij geen positie als scheikundige aan een Nederlandse universiteit had verkregen. Hij was zijn tijd in Groningen wel vooruit.
Lees verder. Manuscript van een militair apotheker. Delen 4 en 5. Rol van boekhandelaar Huisingh en Gebruikt papier