Op 25 juni 2025 werd het Centraal Laboratorium van de voormalige Staatsmijnen (later DSM) in Geleen officieel erkend als de achtste locatie Nationaal Chemisch Erfgoed. De bijeenkomst vond plaats in het Centraal Laboratorium op de Brightlands Chemelot Campus.
Esther Thole schreef op de website van C2W het artikel ‘Centraal Laboratorium: Bakermat van de reactorkunde’ over de achtergrond van de nominatie. Gebieden als reactorkunde, katalyse en polymeerchemie kwamen hier tot bloei tijdens de gouden jaren van het industriële onderzoek.
In 2000 werd onder redactie van Harry Lintsen het boek ‘Zestig jaar DSM Research 1940-2000 - Research tussen vetkool en zoetstof’ gepubliceerd. Ter gelegenheid van de erkenning van het Centraal Laboratorium in Geleen werd van het boek een pdf-versie gemaakt, gratis te downloaden van de website van de Stichting Historie der Techniek of van de CHG-website.
Een exemplaar van het boek ‘The plastics revolution: how the Netherlands became a global player in plastics’ kon gratis worden meegenomen door de deelnemers aan de bijeenkomst. De ontwikkeling van de supersterke vezel Dyneema door de DSM wordt er onder meer in besproken.
Een uitgebreide fotorapportage van de bijeenkomst staat op de KNCV-website.
Het programma
15:00 – 15:30| Inloop met koffie/thee
15:30 – 15:32| Welkom door Yvonne van der Meer (KNCV-bestuur)
15:32 – 15:42| Opening door Astrid Boeijen (CEO Brightlands)
15:42 – 15:57| Ernst Homburg (wetenschapshistoricus) over 'Het Centraal Laboratorium van DSM als kraamkamer van naoorlogse chemie en chemische technologie'
15:57 – 16:22| Rein Borggreve (CTO Dutch Polymer Institute) over ‘Centraal lab DSM Research: basis voor globaal succes in hoogwaardige materialen’
16:22 – 16:42| Gert-Jan Gruter (CTO Avantium) over 'De toekomst van plastics uit biomassa en CO2'
16:42 – 17:02| Tosca van Hooy-Corstjens (Zuyd Hogeschool) over 'Circulaire Materialen: Onderzoek en onderwijs geïntegreerd'
17:02 – 17:17| Officiële onthulling plaquette buiten met Astrid Boeijen en Matthias Bickelhaupt (KNCV-bestuur)
Behalve de lezing van Ernst Homburg, tevens dagvoorzitter, werden de andere drie in het Engels gehouden.
Samenvatting lezingen
Astrid Boeijen (CEO Brightlands) gaf een inleiding over de Brightlands Chemelot Campus, waar circa 3.000 medewerkers en 1.000 studenten werken aan groene chemie, circulaire materialen en biomedische toepassingen. Een glas-in-loodraam met een engel voorzien van chemisch glaswerk in de hal van het Centraal Laboratorium uit 1940 geeft de nodige inspiratie.
Ernst Homburg gaf een historisch overzicht van het onderzoek bij de Staatsmijnen (DSM) onder leiding van de researchdirecteuren Gerrit Berkhoff en Dirk van Krevelen. Hij stipte de betekenis van de fasenleer aan die werd toegepast op de industriële processen zoals bij het Stikstofbindingsbedrijf (SBB). Academici werden aangetrokken voor het onderzoek in het in 1940 geopende Centraal Laboratorium. Pionierswerk werd verricht op de gebieden reactorkunde, fysische technologie, katalyse en polymeren. De fasenleer en de visie van Van Krevelen op de reactorkunde leidden tot nieuwe innovaties zoals het ureumstripproces. De sheets van de lezing zijn online als pdf-bestand beschikbaar.
Rein Borggreve (DPI en voormalig DSM-medewerker) besprak de ontwikkeling van de polymeren Dyneema en Stanyl bij DSM. Dyneema is een polyetheen met vezels van parallelle ketens waardoor een supersterk materiaal ontstaat. Albert Pennings stond aan de basis maar de doorbraak kwam door de gelspinningstechniek van Piet Lemstra en Paul Smith. Het sterkste vezel ter wereld kon worden vervaardigd maar het duurde tot in de jaren tachtig voordat het product commercieel werd.
Stanyl is een alifatisch polyamide gevormd door de reactie tussen 1,4-diaminobutaan en adipinezuur. Het gevormde nylon 4,6 heeft een hoge smelttemperatuur (295 °C) dan het reeds in de markt zijnde nylon 6,6 (260 °C). Het wachten was op een toepassing van Stanyl. Die kwam door de personal computer van Apple Macintosh waarin de connectors op de printplaten bij 270 °C werden aangebracht. Stanyl had een markt gevonden.
Gert-Jan Gruter (ook een voormalig DSM-medewerker, nu Avantium en Universiteit van Amsterdam) hield een voordracht over het produceren van het verpakkingsmateriaal polyethyleentereftalaat (PET). De firma Coca-Cola streeft naar biobased verpakkingen (‘Plantbottle PET, BioPET)’) en de benodigde ethyleenglycol voor PET kan uit biomaterialen worden gemaakt. Maar de grote hoeveelheden (miljoenen tonnen per jaar) en kosten zijn bepalend. Alleen India produceert momenteel biobased ethyleenglycol uit stijfsel (glucose). Het is wel 100 % duurder dan gemaakt uit aardolie en het levert nog slechts zo’n 20 % BioPET op. Avantium werkt aan een volledig biobased alternatief voor PET. Polyethyleenfuranoaat (PEF) wordt geproduceerd uit ethyleenglycol en furaandicarbonzuur (FDCA) gemaakt uit glucose. Avantium heeft momenteel een FDCA-fabriek in Delftzijl die 5.000 ton per jaar produceert. Het grote doel blijft ooit te komen tot 100 % biobased verpakkingen.
Tosca van Hooy-Corstjens (Zuyd Hogeschool, Heerlen) sprak over het geïntegreerde onderzoek en onderwijs op het gebied van materialen. Het onderzoek op de Zuyd Hogeschool is begonnen in 2001 en in 2014 werd de werkgroep Material Science opgericht. De twee andere werkgroepen zijn Molecular Health en Sustainable Chemistry. In de werkgroep Material Science richt men zich op het maken van lichtgewicht, poreuze polymere structuren. Het vervaardigen van een comfortabele borstprothese met een 3-D-printer werd in detail toegelicht.
NCE-Plaquette
De plaquette werd onthuld door CEO Brightlands Chemelot Campus Astrid Boeijen en KNCV-voorzitter Matthias Bickelhaupt.
De tekst luidt:
'Onder leiding van research-directeuren Gerrit Berkhoff en Dirk van Krevelen groeide het in 1940 geopende Centraal Laboratorium van de Staatsmijnen, het latere DSM, uit tot een broedplaats voor grensverleggend industrieel onderzoek. Hier vond internationaal toonaangevend pionierswerk plaats op het gebied van reactorkunde, fysische technologie, katalyse en polymeren. Laboratoriummedewerkers introduceerden de inzichten aan universiteiten en versterkten zo de toonaangevende positie van de Nederlandse chemie. Het fundamentele werk leidde tot innovaties als Dyneema® en Stanyl® en tot baanbrekende verbeteringen in de productie van caprolactam en ureum.'
_____________________________________________________________________________________
Datum: 2 juli 2025