6. Speculatieve conclusie over auteur manuscript
Het manuscript is duidelijk het eigendom geweest van Gabriel Henricus Ramdohr. Mogelijk heeft hij het zelf geschreven en is het bedoeld voor eigen gebruik. Een andere mogelijkheid is dat Boudewijn Tieboel de geestelijk vader van het manuscript is en dat Gabriel Henricus Ramdohr het manuscript van zijn schoonvader heeft gekregen toen Boudewijn Tieboel rond 1804 zijn actieve rol in zijn apotheek beëindigde. Ramdohr kan de tekst ook hebben overgeschreven, wat ondersteund wordt door de treffende overeenkomst van het handschrift van de geschreven tekst en zijn handtekening. De lijst van publicaties van Boudewijn Tieboel geven wel aan dat hij na het huwelijk van zijn dochter Maria met Gabriel Henricus Ramdohr nog langer actief is gebleven als auteur/vertaler in zijn vakgebied.
De mogelijkheid bestaat dat Ramdohr tijdens zijn opleiding college bij Tieboel heeft gevolgd en daarvan aantekeningen heeft gemaakt. Ramdohr verbleef van 24 november 1796 tot zijn vertrek naar Sneek in 1801 in Groningen, waar hij alle gelegenheid had om bij zijn schoonvader het vak te leren en aantekeningen van zijn colleges te maken.
Welke mogelijke argumenten zijn er om het intellectuele eigendom van het manuscript bij Boudewijn Tieboel te zoeken:
- Schoonvader Tieboel was aan het einde van zijn carrière en moet een schoonzoon, die ook beginnend apotheker was, hebben verwelkomd. Het feit dat zijn dochter al vroeg weduwe was kan hiertoe extra hebben bijgedragen.
- Boudewijn Tieboel was een vooraanstaand apotheker in Nederland met internationale reputatie. De kwaliteit en diepgang van het manuscript sluiten goed aan bij zijn statuur. Een opmerking (op pg. 220) als: ‘De gewoone voorschriften in de apotheken sijn niet goed’, zijn meer te verwachten van een apotheker, die de Nederlandse bedrijfstak goed kent. Ook zijn kennis van de internationale literatuur is herkenbaar in de tekst.
- Er staan een aantal verwijzingen in naar Groningse medici, wat wijst op een actief netwerk en specifieke ingangen in de Groningse medische wereld. Dit is niet te verwachten voor zijn schoonzoon als beginnende apotheker, die op veel locaties en op grote afstand in Nijmegen, ‘s-Hertogenbosch. Breda, Bergen-op-Zoom, Lochem en in mindere mate Sneek woonachtig was. Ongeveer vijf jaar heeft hij wel in Groningen gewoond maar het is twijfelachtig of hij in deze periode zo’n professioneel netwerk heeft kunnen opbouwen.
- Het manuscript geeft duidelijk instructies betreffende de veiligheid en het risico van omstanders bij proeven (zie pg 151-152 en166). Voor een apotheker in militaire dienst is dit onverwacht, maar voor Boudewijn Tieboel zou dit beter voorstelbaar zijn.
- De nadruk op chemische processen is helemaal in lijn met de interesses van Boudewijn Tieboel. Hij stond te boek als scheikundige zoals immers de titel luidt van Een Levensschets en Verdiensten van den Scheikundige Boudewijn Tieboel.
Welke mogelijke argumenten zijn er tegen om het intellectuele eigendom van het manuscript niet bij Boudewijn Tieboel te zoeken:
- Geen duidelijk verband tussen de publicaties van Tieboel en de inhoud van het manuscript. De gezamenlijke interesse in potas is daarop een uitzondering.
- Ramdohr kan bij diverse instellingen les gevolgd hebben en daar zelf aantekeningen van hebben gemaakt.
7. Samenvatting
Het farmaceutisch manuscript is van historisch belang, ondanks de onduidelijkheden over de auteur ervan:
- Het manuscript geeft een inkijk in de stand van de farmacie en chemie in de Groningse academische wereld. Het is zeker geen plattelandsgebeuren aan de periferie van de Bataafse Republiek (1795–1806). De chemische oriëntatie geeft duidelijk aan dat farmacie toen al zoveel meer inhield dan de traditionele kruidenmengsels.
- Het manuscript bevat veel verwijzingen naar lokale en ook internationale collegae of vroegere leermeesters.
- Het manuscript ademt een grote mate van belezenheid en vakkennis.
- Het manuscript legt een grote nadruk op de techniek bij de bereiding van chemicaliën, waarbij ook de veiligheid voor de experimentator, eventuele toeschouwers en latere gebruikers hoog in het vaandel staat.
- Het onderzoek naar het manuscript maakt duidelijk dat er tussen burgerlijke en militaire farmacie geen harde scheidslijnen bestonden en dat overgangen plaatsvonden.