Zuiverheid in een onzuivere wereld. Ernst Cohens ‘algemene chemie’ in een metastabiele maatschappij
Jorrit Smit hield op 8 maart 2017 een avondlezing getiteld ‘Zuiverheid in een onzuivere wereld. Ernst Cohens ‘algemene chemie’ in een metastabiele maatschappij’. De titel refereert naar een lezing van Cohen uit 1929: ‘The physical chemist in search of purity in an impure world’. De bijeenkomst was georganiseerd door de Chemische Kring Midden-Nederland en de Chemie Historische Groep. In een zaal van het Kruytgebouw van de Universiteit van Utrecht woonden 17 bezoekers de voordracht bij. Klik hier voor de aankondiging met informatie over de spreker (zie hiernaast).
De voorwaarde van Ernst Cohen bij zijn benoeming als hoogleraar chemie te Utrecht in 1902 was de bouw van een nieuw laboratorium. Dat kwam er, en Cohen vernoemde het naar zijn leermeester J.H. van ’t Hoff. Het moest in de ogen van Cohen een ‘tempel der chemie’ zijn waarin studenten werden opgeleid in de zuivere wetenschap tot steunpilaren van de maatschappij. Dit kwam ook tot uitdrukking in het ontwerp van het laboratorium. Cohen verrichtte onder meer onderzoek naar de metastabiliteit van metalen zoals tin als gevolg van allotropie. Hij verwierf hiermee faam en bouwde een netwerk op van Europese en Amerikaanse chemici.
In de lezing stond echter niet Cohens fysisch-chemisch onderzoek centraal maar werden drie thema’s besproken die hem in de eerste twee decennia van de twintigste eeuw ook aan het hart gingen: middelbaar en hoger onderwijs, technologie en de intersectie tussen wetenschap en de maatschappij. Cohen zag in de fysische chemie van zijn leermeester Van ’t Hoff het ijkpunt voor een nieuwe manier van chemie bedrijven. Hij sprak vervolgens van algemene en fysische chemie als de basis van alle chemiekennis. Chemie is een wetenschap en geen vak gebaseerd op feitenkennis. De wetenschap die als een dokter de ‘forceerziekte’ van metalen heelt.
Cohen was opgeleid op de HBS en had voor de toelating tot de universiteit van Amsterdam de klassieke talen moeten leren zoals onderwezen op het gymnasium. Hij vond echter dat HBS’ers rechtstreeks toegang tot een universitaire studie moesten krijgen. Vanaf 1910 roerde Cohen zich in de gevoerde debatten over het hoger onderwijs. Pas in 1917 werd geregeld dat HBS’ers direct toegang kregen tot de studie in de geneeskunde en wis- en natuurkunde en daarin ook konden promoveren.
Cohen sprak zich niet altijd lovend uit over de mensen uit de praktijk en zocht de controverse met apothekers, medici en technologen. Die in zijn ogen te weinig wetenschappelijk bezig waren. Toch kon zijn zuivere wetenschap ook geen oplossing bieden voor triviale zaken als lekkende condenspijpjes bij de Nederlandse marine. Ook experts in rechtszaken konden de wind van voren krijgen als de zogenaamde bewijsvoering werd geleverd met in Cohens ogen verouderde of ondeugdelijke testmethoden. Hij kruiste ook de degens met de in Delft opgeleide chemische ingenieurs vertegenwoordigd in het Koninklijk Instituut van Ingenieurs.
In augustus 1914 werd de metastabiele maatschappij echter uiterst onstabiel door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Nederland bleef buiten de strijd maar kon de ogen niet sluiten. Bekende chemici uit de strijdende partijen deden aan wapenontwikkeling, maar Cohen behield zijn geloof in de zuivere visie van de wetenschap. De razernij van de oorlog had de zuivere wetenschap ondermijnd. Na de Eerste Wereldoorlog wierp Cohen zich op als mediator om de verbroken contacten tussen enerzijds de Duitse en anderzijds de Britse, Franse en Amerikaanse chemici te herstellen.
In 1923 weigerde Cohen de koninklijke onderscheiding van Ridder in Orde van de Nederlandse Leeuw. Dat leverde hem nogal kritiek op en de historicus Gerhard Kernkamp schreef erover een stuk getiteld ‘Ridder tegen wil en dank’. In zijn ‘Levensherinneringen – Na driekwart eeuw’ gaat Cohen uitgebreid in op het weigeren van de onderscheiding.
Na afloop van de lezing bleek tijdens de vragen dat Ernst Cohen nog steeds discussie kan uitlokken. Weliswaar niet over de inhoudelijke kant van de zuivere wetenschap zelf maar over Cohens maatschappelijke visie als man van de wetenschap.
Eric R.J. Wils
16 maart 2017