- Prof. dr. G.J. Koomen (1941-2019) was van 1992 tot 1996 bijzonder hoogleraar en van 1996 tot 2006 gewoon hoogleraar bio-organische chemie aan de Universiteit van Amsterdam.
- Gerrit-Jan Koomen werd op 2 januari 1941 geboren in Assendelft, in 1974 opgegaan in de gemeente Zaanstad. Na het behalen van het HBS-diploma ging hij wiskunde en natuurwetenschappen studeren aan de Universiteit van Amsterdam. In april 1962 behaalde hij het kandidaatsexamen en in april 1965 cum laude het doctoraalexamen met als hoofdvak scheikunde. Er volgde een promotieonderzoek en op 26 mei 1971 promoveerde hij bij prof. dr. H.O. Huisman en prof. dr. U.K. Pandit op het proefschrift ‘Pyrrolidon-analoga van nucleosiden en nucleotiden’. Nucleïnebasen werden gesubstitueerd met pyrrolidon om de ‘base-pairing’ goed te bestuderen in afwezigheid van de geladen fosfaatgroep.
- Na de promotie deed hij als research fellow twee jaar onderzoek voor het Koningin Wilhelmina Fonds (KWF). Dit onderzoek werd uitgevoerd aan de Amsterdamse universiteit. Het KWF ondersteunde latere projecten. In het Chemisch Magazine van juni/juli 1986 (p. 433-435) publiceerde hij het artikel ‘Organisch-chemische bijdragen aan de behandeling van kanker’. Cytostatica remmen de celdeling van kankercellen, maar ook die van gezonde cellen. Met onderzoek naar een veiliger cytostaticum door structuurvarianten te synthetiseren van stoffen met bekende celremmende werking, kan een veiliger cytostaticum worden ontwikkeld.
- Na het onderzoek voor de KWF werd Koomen docent en later hoofddocent bio-organische chemie in de vakgroep van Pandit. In 1989 ging hij voor een half jaar naar de Universiteit van Berkeley (USA) waar hij vooral lezingen gaf en zelf een paar practica deed. Met ingang van 1 maart 1992 werd hij door het Genootschap ter Bevordering van Natuur-, Genees- en Heelkunde benoemd tot bijzonder hoogleraar in de bio-organische chemie van chemotherapeutica. Op 10 oktober 1992 hield hij de oratie ‘Grenzen in de knoei’. Eén van de grenzen die hij besprak was die tussen leven en dood. Een tabellarisch overzicht van zijn academische carrière staat op de website Album Academicum.
- Koomen volgde Pandit op nadat die in december 1995 met emeritaat ging. In het Chemisch Weekblad van 16 maart 1996 verscheen een interview met als titel ‘Hoogleraar is niet meer bijzonder’. Daarin gaf hij aan dat de lopende projecten over de synthese van alkaloïden uit planten, enzymremmers uit de DNA en RNA-synthese en een project met fluorescerende probes doorgingen. Met de inbouw van sterk fluorescerende groepen in nucleosiden kan celgroei worden gevolgd.
De interesse in alkaloïden betrof de mogelijkheid om chemotherapeutica te maken op basis van natuurstoffen. Alkaloïden worden, al dan niet gemodificeerd, op grote schaal als geneesmiddel toegepast.
De jarenlange synthese en biologisch onderzoek van nucleosidenanalogen in Amsterdam had geresulteerd in de ontwikkeling van enzymremmers waarmee ziekten kunnen worden behandeld. Het had geleid tot anti-herpes middelen zoals Penciclovir (Vectavir). Het grootste probleem bij de toepassing van enzymremmers blijft echter het verkrijgen van een selectieve werking op een virus, bacterie of kankercel. Een continue zoektocht naar de ‘toverkogel’ van de Duitse arts en chemicus Paul Ehrlich: een medicijn dat meteen iets doet in het lichaam zonder ergens anders schade toe te brengen. - Net als Pandit was Koomen actief in de divisie ‘Organic Chemistry’ van IUPAC. Hij was medeorganisator van het 11de ‘International Conference on Organic Synthesis (ICOS)’ dat van 30 juni tot 4 juli 1996 in Amsterdam werd gehouden onder auspiciën van de KNCV en IUPAC. Drie publicaties in het IUPAC tijdschrift ‘Pure and Applied Chemistry’ zijn online beschikbaar en illustreren het onderzoek van Koomen en zijn vakgroep. Ze handelen over de synthese en eigenschappen van nieuwe nucleosidenanalogen, over de biomimetische syntheses van alkaloïden op basis van tetrahydropyiridine en de biomimetrische syntheses van nazlinin en nitrarine.
- Op 2 januari 2006 ging Koomen met emeritaat en op 21 september hield hij zijn afscheidsrede ‘Leven met chemie van het leven’. Hij kreeg tevens een koninklijke onderscheiding. Hij is opgenomen in de Chemistry Tree met een verwijzing naar 61 high-probability publicaties tussen 1967 en 2014.
- Op 21 juni 1965 was Koomen getrouwd met Nelly van Ruiten. Het paar kreeg twee dochters. In de biografische website Prabook staan nadere details over het gezin. Hij werd daarin omschreven als ‘noteworthy chemistry professor’. Op 16 januari 2019 overleed Koomen op 78-jarige leeftijd in zijn woonplaats Heiloo. In NRC van 23 januari 2019 stond de overlijdensadvertentie. In 1998 was Koomen lid geworden van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen. In het KHMW-jaarverslag van 2019 stond een uitgebreid In Memoriam opgesteld door de hoogleraren organische chemie H. Hiemstra en J.H. van Maarseveen van de Universiteit van Amsterdam. Waarin werd ingegaan op zijn carrière, karakter en dat zijn geestelijke grenzen in de knoei waren gekomen in de laatste fase van zijn leven.
________________________________________________________________________________
Datum 26 julli 2023