- Prof. dr. E.C.H.J. Noyons (1900-1960) was van 1950 tot 1959 hoogleraar fysiologische chemie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen.
- Eduardus Christianus Henricus Johannes Noyons (Eed) Noyons werd geboren op 26 juli 1900 in Utrecht. Hij slaagde in 1919 voor het HBS-B examen in ‘s-Hertogenbosch, ging vervolgens wis- en natuurkunde studeren aan de Universiteit van Utrecht en behaalde in 1926 zijn doctoraal als scheikundige.
- Aangetrokken door het leraarsambt werd hij leraar scheikunde aan het St. Joris College en het St. Catharina Lyceum in Eindhoven. In 1930 combineerde hij dit leraarschap ook nog met dat aan de R.K. Huishoudschool aldaar. Het leraarschap vervulde hij tot 1 september 1946 bij de drie scholen. Noyons werd na zijn kandidaatsexamen in 1924 lid van de (Koninklijke) Nederlandse Chemische Vereniging. Hij was in 1927 een van de initiatiefnemers bij de oprichting van de Chemische Kring 's-Hertogenbosch. Van 1926 tot 1937 was hij verbonden aan een scheikundig laboratorium in ’s-Hertogenbosch en van 1935 tot 1946 leider van het laboratorium van het R.K. Binnenziekenhuis in Eindhoven. Daar gaf hij van 1936 tot 1946 een beperkte cursus voor klinische analisten en besloot zijn loopbaan te vervolgen als klinisch chemicus.
- Naast al die activiteiten bewerkte hij in de schaarse vrije tijd het proefschrift ‘Chemische en medische onderzoekingen over cholesterol’. Hij promoveerde daarop cum laude op 7 oktober 1936 bij prof. dr. I. Snapper van de Universiteit van Amsterdam. De promotie is opgenomen in het Album Academicum van de universiteit.
- In 1946 werd hij benoemd tot conservator aan het laboratorium voor fysiologische chemie van de Universiteit van Amsterdam van prof. dr. B.C.P. Jansen. Hij werd in 1947 de initiator, medeoprichter en eerste voorzitter (tot 1952, daarna erelid) van de Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie (NVKC). Hij was tevens de eindredacteur van het naslagwerk ‘Chemie en Kliniek’, dat tussen 1949 en 1953 verscheen. Bestaande uit de delen:
1. Algemeen werkboek voor het klinisch-chemisch laboratorium.
2+3. Chemische en chemisch-physische methodes voor het klinisch laboratorium.
4. Klinische betekenis van chemisch onderzoek. - Op 10 oktober 1950 werd hij als eerste hoogleraar benoemd in de fysiologische chemie aan de op te richten medische faculteit aan de universiteit van Nijmegen. Tevens werd hij belast met alle werkzaamheden, die de start van het onderwijs in 1951 mogelijk moesten maken. Op 2 november 1951 hield hij zijn inaugurale rede ‘Aanhalingen, overdenkingen, beschouwingen’, waarin hij de grote betekenis van de chemie voor de medische studie belichtte.
- Door lichamelijke klachten (reuma) moest Noyons zich geleidelijk terugtrekken en in 1959 kwam aan zijn hoogleraarschap een vroegtijdig einde. Hij overleed op 59-jarige leeftijd op 20 maart 1960 te Nijmegen. Hij was in 1929 getrouwd met Theodora van Dijk en liet naast zijn vrouw twee kinderen achter.
- In het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde van 2 april 1960 (p. 697-698) verscheen een In memoriam door Th. Stengers. En in het Chemisch Weekblad 56 (1960, p. 245-246) schreef R.J.F. Nivard een In memoriam. Beide met een overzicht van de carrière van Noyons. Noyons is opgenomen in de Chemistry Tree en zijn publicaties in boekvorm staan in WorldCat.
________________________________________________________________________
Datum 15-3-2023