- Prof. dr. W. Froentjes (1909-2006) was directeur van het Gerechtelijk Laboratorium en van 1953 tot 1979 bijzonder en buitengewoon hoogleraar in de criminalistiek van de Universiteit Leiden.
- Wiebo Froentjes werd op 10 maart 1909 te Assen geboren als zoon van sergeant-majoor Jacob Froentjes, later ambtenaar bij een arrondissementsrechtbank. Hij slaagde in 1927 voor het eindexamen HBS-B in Groningen, waarna hij wis- en natuurkunde ging studeren aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). In juli 1929 behaalde hij het kandidaatsexamen, waarna hij zijn militaire dienstplicht vervulde. Op 1 januari 1931 werd hij benoemd tot reserve-tweede luitenant bij de landmacht. Terug naar de universiteit studeerde hij in juli 1934 af met scheikunde als hoofdvak.
- Bij prof. dr. F.M. Jaeger werd een promotieonderzoek begonnen en op 28 april 1937 promoveerde hij op het proefschrift getiteld ‘Complexe aethylthiomelkzuurderivaten van het tweewaardige platina’. Een Duitstalige samenvatting is beschikbaar op de website van de RUG. Van oktober 1937 tot december 1940 was hij assistent en tot mei 1943 hoofdassistent voor anorganische scheikunde aan de RUG. Vanaf 1941 gaf hij tevens college in de elektro- en fotochemie en in de fysische scheikunde. Hij trad sporadisch op als politiedeskundige in Groningen. Terwijl het academische leven in de oorlogsjaren praktisch tot stilstand kwam, nam hij op 1 mei 1943 ontslag. Hij begon met de natuurwetenschappelijke criminalistiek aan een nieuwe fase in zijn loopbaan.
- In Nederland bestond tot de Tweede Wereldoorlog geen centraal laboratorium voor forensische wetenschappen. Froentjes kreeg in 1945 als scheikundig adviseur bij het ministerie van Justitie de opdracht een dergelijk laboratorium op te richten. In 1946 werd in de Raamweg in Den Haag een bescheiden begin gemaakt met het Laboratorium voor Gerechtelijk Natuurwetenschappelijk Onderzoek, later kortweg Gerechtelijk Laboratorium genoemd. In 1947 werd Froentjes aangesteld als chef van het laboratorium en op 4 november 1948 als directeur nadat het laboratorium een zelfstandig onderdeel van het ministerie van Justitie was geworden. Een spectrograaf om chemische elementen te bepalen werd als eerste analytische apparaat door hem aangeschaft.
- In 1946 werd Froentjes betrokken bij een spectaculaire rechtszaak die nationaal en ook internationaal de aandacht trok. Meestervervalser Han van Meegeren had schilderijen van Johannes Vermeer en Pieter de Hoogh vervalst en voor veel geld verkocht. In het Chemisch Weekblad van 23 april 1949 (p. 268-278) publiceerde Froentjes samen met A.M. de Wild, van het toenmalige Laboratorium voor restauratie en onderzoek van schilderijen, de resultaten van het onderzoek naar de vervalste doeken van Van Meegeren. Maar de zaak liet hem niet los en de bindmiddelmonsters werden in de jaren zeventig opnieuw onderzocht met de moderne analysetechniek van pyrolyse-gaschromatografie. Samen met E. Breek werden de resultaten van dat nieuwe onderzoek gepubliceerd in Chemisch Weekblad van november 1977 (p. m 583-589). De schilderijen van Van Meegeren bleken nog altijd vals.
- Froentjes was vanaf de jaren 1950 een gewild spreker, onder meer bij de diverse Chemische Kringen, over het gerechtelijk natuurwetenschappelijk onderzoek. Hij was ook enkele jaren voorzitter van de toenmalige Haagse Chemische Kring. In 1951 verscheen het boek ‘Wetenschap contra misdaad: lezingen gehouden voor het Leidse Criminologische Instituut’. In het Chemisch Weekblad 54 van 1958 (p. 550-557) gaf hij zijn visie op de ‘Gerechtelijke scheikunde’ en ging in op de taak en facetten ervan, op biologische sporen, bloedproef, verschillende sporen bij een misdrijf, verfonderzoek en onderzoek aan schilderijen.
- In 1953 werd hij namens de prof. A.E.J. Moddermanstichting benoemd tot bijzonder hoogleraar in de natuurwetenschappelijke criminalistiek aan de Universiteit Leiden. Dat was het begin van het tweede deel van zijn academische carrière. Een overzicht daarvan staat op de website Leidse hoogleraren vanaf 1575 met tevens verwijzing naar zijn boekpublicaties. Op 27 november 1953 hield hij de inaugurele rede ‘Criminalistiek als wetenschap’ ter aanvaarding van zijn ambt. Van december 1966 tot september 1979 was hij buitengewoon hoogleraar in de criminalistiek in Leiden. Hij kwam als prof. dr. W. Froentjes vanaf 1953 geregeld in het krantennieuws.
- Nadat het Gerechtelijk Geneeskundig Laboratorium onder leiding van patholoog-anatoom dr. J. Zeldenrust in 1951 ook in de Raamweg werd ondergebracht, ontstond er een instituut met een tweekoppige leiding. Beide laboratoria groeiden en in 1973 werd aan de Volmerlaan in Rijswijk een nieuw gebouw in gebruik genomen. Die verhuizing maakte Froentjes nog mee voor zijn pensionering in 1974. Hij had vanaf 1945 het laboratorium opgebouwd en gezorgd dat de forensische wetenschap in Nederland op de kaart werd gezet. In 1999 volgde de formele samenvoeging van het Natuurwetenschappelijk en Geneeskundig Laboratorium tot het Nederlands Forensisch Instituut. In 2004 werd een geheel nieuw laboratorium ingericht in Ypenburg.
- Op 30 april 1964 werd Froentjes benoemd tot Ridder in de Nederlandse Leeuw. Ter gelegenheid van zijn afscheid op 65-jarige leeftijd op 1 april 1974 werd een bijeenkomst georganiseerd op het Haagse Binnenhof. Enkele kranten interviewden hem zoals het Algemeen Dagblad op 29 maart 1974 voor een terugblik op 29 jaar Gerechtelijk Laboratorium. Daarin noemde hij de zaak Van Meegeren nog altijd het paradepaardje van zijn onderzoekingen. Hij bleef tot 1979 buitengewoon hoogleraar in Leiden. En in 1985 publiceerde hij samen met hoogleraar E.R. Groeneveld het boek ‘Hoofdstukken uit de criminalistiek - Studie over de opsporing en het onderzoek van strafbare feiten’. Zijn boeken zijn opgenomen in WorldCat. In 1986 verleende zijn alma mater in Groningen hem de Ubbo Emmius-penning voor maatschappelijke en wetenschappelijke verdiensten.
- Wiebo Froentjes was op 10 maart 1941 in Renkum getrouwd met Johanna Cornelia (Hanneke) Wesselink. Het paar kreeg drie zonen. Hij overleed op 97-jarige leeftijd op 7 april 2006. Peter Brusse schreef in de Volkskrant van 29 april 2006 ter nagedachtenis een artikel waarin naast zijn carrière ook op zijn karakter (nuchter, veeleisend) werd ingegaan en omschreef hem als de grote man achter het Gerechtelijk Laboratorium.
________________________________________________________________________
Datum 26 juli 2023