- Prof. dr. Jacob (Jaap) Jan Boon (1947-2024) was vanaf 1983 tot 2011 verbonden aan het Instituut voor Atoom- en Molecuulfysica (AMOLF) en vanaf 1988 tot 2009 bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam (UvA).
- Jaap Boon werd op 4 januari 1947 geboren te Den Helder. Na het slagen voor het lyceum in Den Helder ging hij in 1966 wis- en natuurkunde studeren aan de UvA. In 1970 werd het kandidaatsexamen behaald en in 1974 cum laude het doctoraalexamen in de geochemie. Er volgde een promotie aan de Technische Universiteit Delft bij prof. drs. P.A. Schenck die een onderzoeksgroep had gevormd op het gebied van geochemie. Op 7 juni 1978 promoveerde Boon in Delft op het proefschrift ‘Molecular Biogeochemistry of Lipids in Four Natural Environments’, te downloaden van de TU Delft Repository (75 MB). Het is een verzameling van publicaties van zijn onderzoek. Uit sedimenten werden grote organische verbindingen (lipiden) geïsoleerd en geanalyseerd met massaspectrometrie na pyrolyse met als doel de biosynthetische oorsprong te reconstrueren. Na de promotie vervolgde hij dit onderzoek als postdoc bij het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee op Texel en bij prof. dr. A.L. Burlingame van de Universiteit van California, Berkeley en San Francisco.
- In 1983 trad Boon in dienst bij het AMOLF. Zijn onderzoek richtte zich daar ook op organisch plantenmateriaal afkomstig uit binnenwaters en zeeën teneinde de vaste bestanddelen te karakteriseren met behulp van pyrolyse en massaspectrometrie. In 1987 werd hij hoofd van een onderzoeksgroep bij AMOLF en in 1988 benoemd tot bijzonder hoogleraar moleculaire paleobotanie aan de UvA. In 2003 volgde de benoeming tot bijzonder hoogleraar analytische massaspectrometrie. Een tabellarisch overzicht van zijn universitaire loopbaan aan de UvA wordt weergegeven op de website Album Academicum.
- Het onderzoek bij het AMOLF richtte zich later op de verbetering van massaspectrometrische technieken en de toepassing daarvan op organische polymere materialen. In 1991 werd begonnen met het onderzoek aan oude schilderijen dat een keerpunt betekende in zijn loopbaan. In 1995 ging het NWO-project MOLART (Molecular aspects of ageing in art) van start met Boon als co-coördinator. In het project werd samengewerkt met fysici, restauratoren en kunsthistorici om te achterhalen wat de oorzaken zijn van het verval van schilderijen. Het MOLART-team deed daarvoor onderzoek naar de moleculaire basis van verouderingsprocessen. Met behulp van analytische technieken werden minuscule monsters van schilderijen onderzocht op de vele middelen die schilders in het verleden toepasten zoals terpenoïde harsen en balsems, wassen, bitumen, geprepolymeriseerde oliën, polymerisatie remmers en versnellers, eiwitten e.d.
- In 2002 werd het MOLART-project afgesloten met tien promovendi die op het onderzoek waren gepromoveerd. Het werd vervolgd door het NWO De Mayerne-programma dat liep tot 2006 en zeven proefschriften opleverde. Het programma dankte zijn naam aan Sir Theodore Turquet de Mayerne (1573-1655) die met chemische experimenten de technische aspecten van verf onderzocht. Door beide NWO-projecten werd inzicht gekregen in de moleculaire oorsprong van een aantal belangrijke chemische veranderingen in olieverf die leiden tot veroudering. De KNAW eerde Boon in 2007 met de toekenning van de Gilles Horst medaille voor chemisch en fysisch onderzoek toegepast voor de kunsten.
- Na 2006 werd het schilderijenonderzoek bij het AMOLF gestopt en richtte Boon zich op nano-biomaterials. Daarvoor paste hij ook elektronenmicroscopie en X-ray tomografie toe. De passie voor kunstonderzoek bleef en in 2007 richtte hij de spin-off JAAP-Enterprise for Art Scientific Studies op. Zodoende kon hij buiten het AMOLF zijn expertise blijven aanwenden voor het schilderijenonderzoek. Samengewerkt werd met tal van musea waaronder het Rijksmuseum Amsterdam en het Mauritshuis in Den Haag. Ook na zijn afscheid van de UvA in 2009 en het AMOLF in 2011 bleef hij actief met het schilderijenonderzoek. Hij was van 2009 tot 2015 een Associate Fellow bij het Swiss Institute for Art Research (SIK-ISEA) in Zürich. Daarbij gebruikmakend van steeds nieuwere beschikbare analysetechnieken zoals synchrotronstraling.
- Jaap Boon overleed op 77-jarige leeftijd op 4 april 2024 in Amsterdam. Hij was een pionier op het gebied van de chemische en fysische analyse van oude schilderijen. In de overlijdensadvertentie namens de familie, vrouw Donna Mehos en kinderen, stond de tekst ‘Nu rust je met de oude meesters’. Op de website van de Nederlandse Vereniging voor Massaspectrometrie werd een In memoriam geplaatst. Boon was auteur en co-auteur van honderden publicaties en begeleidde 35 promovendi. Hij is opgenomen in de Chemistry Tree met een verwijzing naar 156 high-probability publicaties tussen 1975 en 2011.
______________________________________________________________________________
Datum 24 mei 2024