- Prof. dr. A. van Kammen (1932-2023) was van 1972 tot 1996 hoogleraar moleculaire biologie aan de Universiteit Wageningen.
- Albert (Ab) van Kammen werd op 7 september 1932 in Amsterdam geboren als zoon van de onderwijzer Riemer van Kammen. Na de middelbare school ging hij in 1950 wis- en natuurkunde studeren aan de Universiteit van Amsterdam. In oktober 1954 slaagde hij voor het kandidaatsexamen en werd lid van de KNCV. In de zomer van 1958 behaalde hij het doctoraalexamen als organisch chemicus. Als bijvak deed hij plantenfysiologie en volgde colleges over virussen en over DNA als drager van de erfelijke eigenschappen. In zijn verdere wetenschappelijke loopbaan richtte hij zich op het nieuwe vakgebied van de moleculaire biologie.
- In 1958 ging hij naar de Landbouwhogeschool Wageningen voor een promotieonderzoek over het tabaksmozaïekvirus in het Laboratorium voor Virologie. Het tabaksmozaïekvirus, bestaande uit enkelstrengs RNA met 6000 basen, is een eenvoudig virus dat tabaksplanten kan infecteren. De manteleiwitten laten zich relatief eenvoudig verwijderen voor onderzoek aan het RNA. De promotie, cum laude, vond plaats op 13 december 1963 in Amsterdam met prof. dr. J.P.H. van der Want als promotor. Het proefschrift ‘The occurrence of infectious virus ribonucleic acid in the ribosomal fraction of tobacco mosaic virus infected tobacco leaves’ werd tevens gepubliceerd in Mededelingen van de Landbouwhogeschool te Wageningen 63 (12), 1-65 (1963) en is digitaal beschikbaar.
- Na de promotie ging hij als postdoc naar het Department of Plant Pathology, University of California om zich daar verder te bekwamen. Bij terugkeer in Wageningen werkte hij vanaf 1965 in de werkgroep van Van der Want. Er werd samengewerkt met de Universiteit Leiden in de werkgemeenschap voor nucleïnezuren van de Stichting SON. Die werkgemeenschap was in 1962 gestart en Van Kammen werd ervan in de periodes 1967-1971 en 1975-1978 tweemaal bestuurslid. Om over RNA voor biofysisch, fysisch-chemisch en analytisch-chemisch onderzoek te beschikken werd gebruikgemaakt van diverse virussen. In Wageningen werd in 1965 begonnen met onderzoek met het cowpea-mozaïekvirus (CPMV) uit de kousenband. De genetische informatie van dit virus is verdeeld over twee RNA-moleculen en het virus bezit derhalve een tweedelig genoom.
- In 1969 werd Van Kammen lector op persoonlijke titel in het Laboratorium voor Virologie. En op 25 maart 1971 hield hij zijn openbare les ‘Vermenigvuldiging van virussen’. In een voordracht tijdens het KNCV-zomercongres van 1969 was hij al ingegaan op de moleculaire aspecten van de virusvermenigvuldiging in een reageerbuis. En stelde dat het ontrafelen van het mechanisme van de pathogeniteit de belangrijkste opgave van het virusonderzoek was.
In 1972 werd Van Kammen benoemd tot de eerste hoogleraar in de moleculaire biologie in Wageningen. Dat was tevens de start van het Laboratorium van Moleculaire Biologie. Voor het virologisch onderzoek aan plantenvirussen ontving van hij samen met dr. E. Jaspars van de Universiteit Leiden op 28 juni 1975 de M.W. Beijerinck virologiemedaille. - Van Kammen speelde een belangrijke rol in het onderzoek aan nucleïnezuren in Nederland. Voor het hoofdstuk over de biochemie in de Geschiedenis van de scheikunde in Nederland deel 3 schreef hij de bijdrage over nucleïnezuren (p. 139-144) en besprak daarin tevens kort zijn eigen onderzoek van 1958 tot 1985. In het midden van de jaren zeventig maakte het genetisch onderzoek een sprong voorwaarts door de toepassing van restrictie-enzymen om DNA en RNA te splitsen. Dit culmineerde in de recombinant-DNA-technologie om stukjes niet-eigen genetisch materiaal in te bouwen in een gen van een ander organisme. Het uitvoeren van genetische modificaties in Nederland ging niet zonder slag of stoot en leidde tot veel discussie Van Kammen was voorzitter van een commissie die zich in 1980 uitsprak over de voorwaarden van het verkrijgen van een Hinderwetvergunning voor wetenschappelijke en industriële instituten die recombinant-DNA onderzoek wilden uitvoeren.
Samen met P. Roelvink opperde hij in het artikel ‘Symbiotische stikstofbinding alternatief voor kunstmest?’ in het Chemisch Magazine van oktober 1985 (p. 703-707) op de mogelijkheid van het overbrengen van stikstofgenen van bacteriën naar planten. Die voedselplanten zouden dan in hun eigen stikstofbehoefte kunnen voorzien. Met onderzoek naar de stikstofbindende Rhizobium bacteriën werd in Wageningen begonnen. - Naast het doen van onderzoek en het geven van onderwijs was Van Kammen bestuurlijk actief in diverse gremia. Van 1973 tot 1980 maakte hij deel uit van het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Biochemie (NVB). Hij was van 1976 tot 1986 lid van de Commissie voor de Biochemie en Biofysica (CBB) van de KNAW. In 1986 trad hij toe tot het dagelijks bestuur van de Stichting SON en werd daarvan in 1991 voorzitter. In zijn openingstoespraak benadrukte hij de kwaliteitsbewaking van het fundamentele onderzoek in Nederland. In hetzelfde jaar werd hij benoemd tot lid van de afdeling natuurkunde van de KNAW. Ook internationaal was hij actief en werd in 1987 gekozen als lid van de European Molecular Biology Organization. In 1992 was hij medeoprichter van de onderzoekschool Experimentele Plantenwetenschappen (EPS), waarin Nederlandse universiteiten met elkaar samenwerken in het plantenonderzoek.
- Op 12 september 1996 ging Van Kammen met emeritaat en gaf een interview met het blad Resource WUR. Onder de titel ‘Het afscheid van een gedreven pionier’ keek hij daarin terug op zijn academische loopbaan. Als vanzelfsprekend kwam ook de genetische modificatie ter sprake waaraan in Wageningen vanaf de jaren zeventig werd gewerkt. Hij werd opgevolgd door prof. dr. A.H.J (Ton) Bisseling die in 1980 bij Van Kammen was gepromoveerd. Hij bleef betrokken bij het onderzoek en was van 1996 tot 2002 voorzitter van het bestuur van de onderzoekschool Experimentele Plantenwetenschappen. In 1999 ontving hij een eredoctoraat van de Universiteit van Padua, een van de oudste universiteiten in Europa. Toen het Laboratorium van Moleculaire Biologie in 2022 zijn 50-jarige bestaan vierde was hij als eregast aanwezig.
- In 1998 verhuisde Van Kammen naar Den Haag. Voor zijn afstuderen was hij op 26 oktober 1957 in Amsterdam getrouwd met Anne Ruth Wertheim, het huwelijk hield in de jaren tachtig geen stand. Het paar had drie kinderen. Met Jet van Bruggen kreeg hij een nieuwe relatie. Zij overleefde hem toen hij op 1 maart 2023 op 90-jarige leeftijd in Den Haag stierf. De overlijdensadvertentie namens de familie stond in NRC van 4 maart 2023. De Wageningse Leerstoel Moleculaire Biologie omschreef hem in een herdenkingsbericht van 1 maart 2023 als een heel bijzonder, begaafd persoon, een natuurlijke leider die zijn tijd ver vooruit was.
- Van Kammen laat zijn sporen na op internet. Op de Nederlandstalige en Engelstalige Wikipedia staan korte biografieën. Hoewel soms omschreven als viroloog of botanicus is hij als moleculaire bioloog opgenomen in de ChemistryTree. Op de website van de Wageningse universiteit staat een lange lijst met 258 wetenschappelijke publicaties waaronder de proefschriften van zijn promovendi. Publicaties in boekvorm zijn opgenomen in WorldCat. Daaronder ook het boek Moleculaire Plantenbiologie uit 1997, uitgegeven door de Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek.
________________________________________________________________________
Datum 29-3-2023