- Prof. dr. Cornelis (Cor) Haas (1930-2019) was van 1957 tot 1968 werkzaam bij het Philips Natuurkundig Laboratorium en van 1968 tot 1995 hoogleraar anorganische en analytische (later fysische) chemie aan de Rijksuniversiteit Groningen.
- Cor Haas werd op 13 juli 1930 in Amsterdam geboren. Zijn ouders woonden in Weesp en daar heeft hij zijn jeugd doorgebracht. Na de middelbare school ging hij wis- en natuurkunde studeren aan de Universiteit van Amsterdam. In januari 1950 werd het kandidaatsexamen behaald en in oktober 1953 het doctoraal examen scheikunde. Weesp werd in de examenberichten als zijn woonplaats opgegeven.
- In het Laboratorium voor Algemene en Anorganische Chemie in Amsterdam werd een promotieonderzoek begonnen op het onderwerp vibratiespectroscopie van vaste stoffen. In het voorjaar van 1956 werd een periode aan de Sorbonne te Parijs doorgebracht voor het meten van Ramanspectra van kristallen. Op 20 juli 1956 promoveerde Haas cum laude bij hoogleraar fysische chemie prof. dr. J.A.A. Ketelaar op het proefschrift ‘Vibration spectra of crystals: the relation between infrared absorption, reflection and emission spectra and the Raman effect’. Andere vormen van spectroscopie gingen een rol spelen in het verdere vervolg van zijn carrière.
Na de promotie volgde een postdoc periode van een jaar aan de Brown University in Providence, Rhode Island om het infraroodspectrum van ijs bij lage temperaturen te bestuderen. - In 1957 trad Haas in dienst van het Natuurkundig Laboratorium (NatLab) van Philips te Eindhoven om daar elf jaar lang te werken in de vaste stofchemie. Onderzoek werd onder meer gedaan aan halfgeleiders en verbindingen met overgangsmetalen. Namens Philips trad hij toe tot de in 1964 opgerichte SON-werkgemeenschap Chemie van de Vaste Stof. Toen hij in 1968 bij Philips vertrok was hij daar groepsleider en was de weg naar het management ingeslagen. Dat lag niet zo op zijn pad en de wens om onderzoek te blijven doen, kon beter op een universiteit worden vervuld.
- Haas werd in 1968 als hoogleraar benoemd aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) met als leeropdracht anorganische en analytische chemie. Dat gebeurde op initiatief van prof. dr. F. Jellinek van het Laboratorium voor Anorganische Chemie en hij ging deel uitmaken van Jellineks werkgroep. Op 3 juni 1969 hield hij zijn inaugurele rede ‘Afwijkingen van de ‘ideale’ structuur’, verwijzend naar defecten in een kristalstructuur die een materiaal bijzondere eigenschappen kunnen geven.
Haas was in 1970 betrokken bij de oprichting van het Materialen Studie Centrum van de RUG dat in 2007 uitgroeide tot het Zernike Institute for Advance Materials waarin multidisciplinair wordt samengewerkt. In het NatLab had Haas ervaren dat de samenwerking tussen chemici en fysici onmisbaar was in de materiaalwetenschappen.
Een tabellarisch overzicht van zijn academische loopbaan staat vermeld op de website Catalogus Professorum Academiae Groninganae. - In 1976 werd Haas benoemd tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Als KNAW-lid en tevens SON-bestuurder nam hij deel aan de discussie over de positie van de scheikunde in de academie in naoorlogs Nederland, zoals verwoord door Ton van Helvoort in het boek ‘De KNAW tussen wetenschap en politiek’ (Amsterdam, 2005).
- In een speciaal nummer van het Chemisch Weekblad van juni 1976 getiteld ‘Effecten door defecten’ schreef Haas het artikel ‘Tweedimensionale kristallen’ (p. m321-323) over verbindingen met een lagenstructuur. Deze anisotrope verbindingen hebben interessante chemische en fysische eigenschappen die karakteristiek zijn voor de anisotrope opbouw.
In De geschiedenis van de scheikunde, deel 3 (Delft, 2005) wordt zijn onderzoek zowel bij Philips als in Groningen kort besproken in het hoofdstuk Anorganische chemie (p. 213, 216, 217, 218, 221), te downloaden van de CHG-website. - Haas is opgenomen in de Chemistry Tree met een verwijzing naar elf high-probability publicaties. Verbindingen met bijzondere elektrische en magnetische eigenschappen werden daarin beschreven. Foto-elektronspectroscopie was een belangrijk hulpmiddel om de elektronische structuur daarvan te onderzoeken.
In NARCIS worden 130 publicaties met zijn naam, verschenen tussen 1976 en 1996, vermeld met de RUG als bron. Daarvan zijn er 25 als Open Access beschikbaar. - Per 1 januari 1995 ging Haas met emeritaat. Op 30 mei 1995 hield hij zijn afscheidscollege ‘De ivoren toren, of het aardige van de universiteit’. De rede is te downloaden van de website van de RUG en geeft onder meer een terugblik op zijn carrière aan de Amsterdamse universiteit, bij Philips in Eindhoven en de Groningse universiteit.
- Na zijn emeritaat vormde hij met prof. dr. J. Drenth nog een seniorenwerkgroep om de structuur, oppervlak en kristallisatie van eiwitten te bestuderen. Een stap van de vaste stofchemie naar eiwitten. In 1998 publiceerde beiden in het tijdschrift Journal Physical Chemistry over de resultaten van de groei van eiwitkristallen in waterige oplossingen.
- Als KNAW-lid schreef Haas levensberichten over zijn leermeester Ketelaar en twee oud-medewerkers van het Philips NatLab:
- Jan Arnold Albert Ketelaar (1908-2001), in: Levensberichten en herdenkingen, 2003, Amsterdam, p. 31-38.
- Ferdinand Anne Kröger (2015-2006), in: Levensberichten en herdenkingen, 2007, Amsterdam, p. 39-46. Samengesteld met G. Blasse.
- Hendrik Jan Vink (1915-2009), in: Levensberichten en herdenkingen, 2010, Amsterdam, p. 114-119. - Cor Haas was getrouwd met Ans Sluyters en had kinderen. Hij overleed op 88-jarige leeftijd op 24 januari 2019 in het Groningse Ten Boer. Overlijdensadvertenties werden op de website Mensenlinq geplaatst. In die namens de RUG wordt hij omschreven als een eminent wetenschapper en uitstekend docent.
_________________________________________________________________________________________
Datum: 30-10-2020