Kalkovens en schelpkalk
In een kalkoven wordteen calciumcarbonaat (CaCO3) bevattende grondstof (schelpen of kalksteen) gebrand, waarbij ongebluste kalk (CaO) ontstaat. Door die kalk te blussen wordt metselkalk verkregen. In Nederland werden tot 1990 schelpen gebrand voor de productie van schelpkalk.
Op de Nederlandstalige Wikipedia staat een lemma over de overgebleven kalkovens als onderdeel van het industrieel erfgoed in Nederland.
De website Historische woordenboeken op internet geeft de betekenis, met verwijzingen tot 1921, van de begrippen: schelpkalkbrander, schelpkalkbranderij, schelpkalkfabrikant, schelpkalkindustrie, schelpkalkoven en schelpkalktrasmeel. In dit laatste product wordt schelpkalk gemengd met tras (fijngemalen tufsteen).
Kalkovens voor het branden van schelpen werden gebouwd bij vaarwegen langs de Noordzeekust of de Zuiderzee (nu IJsselmeer). Tijdens een opgraving van een scheepswrak in Oostelijk Fleveland werd een lading schelpen gevonden. Zie: H.R. Reinders, Schelpen en schelpkalk, Werkdocument, Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, Lelystad, 1977-81, 12 pagina’s met tekeningen van kalkovens. De geschiedenis van de kalkbranderijen in Nederland wordt in het document beschreven.
In de Vaderlandsche Letteroefeningen, Jaargang 1857, werd een verslag gepubliceerd over de kwaliteit van de schelpkalk, benodigd voor de Nederlandse fortenbouw in de 19de eeuw. Schelpen en schelpkalk werden daarbij chemisch onderzocht. Het verslag is gedigitaliseerd (website: www.dbnl.org) en luidde:
‘Verslag aan den Minister van Oorlog, over den Schelpkalk en de Schelpkalkbranderijen in Nederland, door J.P. de Bordes, 1sten Luitenant der genie, Adjudant in de1ste inspectie van fortificatiën, en Dr. J.W. Gunning, Lector in de Scheikunde aan de Hoogeschool te Utrecht.’
Langs de Noordzeekust werden schelpkalkbranderijen gesticht onder meer in Katwijk-Valkenburg en Leiden.
Wernink’s Kalkfabrieken uit Leiden begon in 1814 met de productie van schelpkalk. Honderd jaar later verscheen de brochure: ‘Schelpkalktrasmeel en gemalen Schelpkalk / Wat zegt de Practijk van onze nieuwe Fabrikaten (Leiden / 1914)’ (zie illustraties hiernaast). De brochure kreeg een plaats in de Boekerij van het Genootschap Mathesis Scientiarum Genitrix te Leiden. De firma Wernink Beton verhuisde in 2010 uit Leiden naar Vlaardingen. De Stichting Industrieel Erfgoed Leiden (STIEL) wijdde in maart 2011 een artikel aan de geschiedenis van de fabriek. Klik hier voor de verwijzing.
Schelpkalk wordt nog altijd bij voorkeur toegepast voor de restauratie van monumenten die ooit met schelpkalk zijn gebouwd. Informatie over kalkmortels en het gebruik daarvan, inclusief schelpkalk, is weergegeven in de brochure Het gebruik van kalkmortel (een pdf-bestand) uit 2003 van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg.
Tegenwoordige fabrikanten van schelpkalkcement bieden hun producten aan op een website (http://www.restauratiemortels.nl/).
Industrieel Erfgoed
Op de website van de Historische Vereniging Oud Akersloot wordt kort de geschiedenis van de vier kalkovens in Akersloot voor het branden van schelpen vermeld. De kalkovens waren tot 1976 in gebruik. Drie kalkovens zijn overbracht naar het buitenmuseum van het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen. Over de kalkovens bij Enkhuizen werd door Cees Straus in het dagblad Trouw van 11 juli 1996 een rapportage geschreven.
Voor een meer uitgebreid artikel over de voormalige kalkovens bij Castricum en Akersloot, zie: S.P.A. Zuurbier, Kalkovens, Jaarboek Oud Castricum van 1 november 1998, p. 13-18. Het artikel is gedigitaliseerd door het Regionaal Archief van Alkmaar.
Helmuth Rijnhart, Dedemsvaartse schelpkalk. Een artikel op de website van de Historische Vereniging Avereest over de kalkovens van Dedemsvaart die vanaf 1820 tot midden jaren zestig van de twintigste eeuw in bedrijf waren. De ovens werden gestookt met turf. De drie nog bestaande kalkovens zijn te bezoeken in het Streekmuseum Kalkovens te Dedemsvaart.
De kalkovens, Van schelpen tot metselkalk. De geschiedenis van de kalkovens van Hasselt en Zwartsluis, vermeld in de archieven respectievelijk sinds 1504 en 1538, is opgenomen in de Canon van Overijssel. In Hasselt is het bezoekerscentrum Kalkovens ingericht met de geschiedenis over vier eeuwen kalkbranden aldaar die doorging tot 1990. Op de website van Beeld en Geluid staat een rapportage van 2.54 minuten uit 1980 over het vervaardigen van schelpkalk in Hasselt.
Ook in Limburg stonden kalkovens hoewel die niet in gebruik waren voor het branden van schelpen. In 1967 sloot hier de laatste kalkoven. Enkele overgebleven kalkovens zijn gerestaureerd als industrieel monument. Voor de geschiedenis van het kalkbranden in Zuid-Limburg zie: J.H.M. Nillesen, Grondboor en Hamer, jrg. 43, no. 5/6 (1989) 185-194.