Literatuurverwijzingen
In de reeks Chemische Feitelijkheden, uitgegeven door de KNCV verschenen twee nummers over de verwerking van aardolie tot benzine en dieselbrandstof:
- P.J.M. van Oers, Benzine, Chemische Feitelijkheden, nr. 87, maart 1992.
- Olaf P. van Pruissen en Jacob A. Moulijn, Dieselbrandstof, Chemische Feitelijkheden, nr. 101, december 1993.
C. Boelhouwer, ‘De Waterman ringanalyse’, in: Chemie achter de Dijken uitgegeven in 2001 door KNAW/KNCV.
De Watermanringanalyse is een structuurgroepenanalyse van aardoliefracties uitgedrukt in percentages paraffinische koolstof (%CP), naftenische koolstof (%CN) en aromatische koolstof (%CA).
Ernst Homburg, James Small en Piet Vincken, 'Van carbo- naar petrochemie'. Hoofdstuk 3.5 in J.W. Schot, H.W. Lintsen, A. Rip en A.A. Albert de la Bruhèze (red.), Techniek in Nederland in de twintigste eeuw. Deel II. Delfstoffen, energie, chemie. Uitgegeven door de Stichting Historie der Techniek, Eindhoven, en Walburg Pers, Zutphen, 2000, p. 332-357.
H. Hoog, ‘Petroleum als grondstof voor de chemische industrie’, Chemisch Weekblad 47, nr. 41 (1951) 765-773.
In dit overzicht wordt de betekenis geschetst, welke de productie van chemische verbindingen waarvoor oorspronkelijk een petroleum-koolwaterstof één van de grondstoffen is geweest, in de industrie in de Verenigde Staten is gaan innemen. En mogelijk ook op het continent van Europa langs analoge weg zal verlopen.
J. Overhoff en A.E. Schouten, ‘Enkele aspecten der petrochemische industrie’, Chemisch Weekblad 49, nr. 40 (1953) 746-758. Een overzichtsartikel ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de KNCV.
Samenvatting: De industriële verwerking van aardgas en kraakproducten tot een groot aantal chemische verbindingen, en ook enkele elementen, is in de 30 jaren voor 1953 ontwikkeld tot een belangrijk nevenbedrijf der olie-industrie. Enkele technische en commerciële aspecten van deze petrochemische industrie worden in het artikel geschetst. Ter verkrijging van een systematisch overzicht is daarbij gekozen voor een indeling naar het aantal C-atomen van de gebruikte grondstof.
Over de ontwikkeling en verbetering van hydrotreating katalysatoren (voor de verwijdering van zwavel en stikstof uit oliefracties in een raffinaderij). Verslag van een lezing door Rob van Veen op 18 december 2017 georganiseerd door de Rotterdamsche Chemische Kring in samenwerking met de CHG.
Activiteiten bij Koninklijke Shell
De stand van zaken van de chemische activiteiten bij de Koninklijke Shell anno 1928 wordt weergegeven in: ‘De ”Koninklijke” en de chemische nijverheid’, in: Chemisch Weekblad, 25e jaargang, no. 29, 21 juli 1928, p. 431-432. Uitgebracht ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van Nederlandse Chemische Vereniging. Klik hier voor de beide pagina’s.
Opening van de katalytische kraakinstallatie op het terrein van de raffinaderij van de B.P.M. te Rotterdam-Pernis op 9 November 1951, Chemisch Weekblad 47, nr. 47 (1951) 893-894.
Hysomer: the development of a catalytic process for producing high-octane fuel. Symposium i.s.m. de Sectie Katalyse en Shell Technology Centre Amsterdam. Zie Activiteiten op 16 februari 2012.
Twee hoofdstukken in: Harry Lintsen, Ton van Helvoort en Rob van Veen, De kracht van de katalysator. De magie van het onderzoek, Stichting Historie der Techniek, Eindhoven, 2014. Het boek is van internet te downloaden. Klik op: De kracht van de katalysator.pdf.
- ‘De katalysator Hysomer’ over de ontwikkeling van katalysatoren bij Shell om loodvrije benzine te produceren, p. 17-24.
- ‘De katalysator Hycon’ over de ontwikkeling van katalysatoren bij Shell om zware olieresiduen te benutten, p. 47-54.
H.W. Kouwenhoven, ‘Van olie naar super met hulp van isomerisatie’, in: Chemie achter de Dijken uitgegeven in 2001 door KNAW/KNCV.
Het Amsterdamse laboratorium van Shell ontwikkelde het Hysomer proces voor de vertakking van koolwaterstoffen.
J.M. Oelderik, ‘Het kraken van een harde noot’: in: Chemie achter de Dijken uitgegeven in 2001 door KNAW/KNCV.
Beschrijving van het HYCON proces van Shell voor de verwerking van het teerachtig residu uit de aardolie-industrie.
J.C. Vlugter, ‘Eigenlijk geen scheikundige gebleven: chemische technoloog’, in: Werken aan scheikunde, 24 memoires van hen die de Nederlandse Chemie deze eeuw groot hebben gemaakt, Delftse Universitaire Pers, Delft, 1993, p. 65-87. Klik hier voor het hoofdstuk als pdf-bestand.
De paragraaf 'De Watermanperiode (1928-1934)' beschrijft de ontwikkeling van de Watermanringanalyse. De paragraaf 'De eerste K.S.L.A. periode (1934-1937)' de werkzaamheden bij de Shell in Amsterdam.
_________________________________________________________________________________
Aangepast 10-1-2018