- Prof. dr. ir. Jacobus (Jaap) Smittenberg (1905-1980) was hoogleraar analytische en propedeutische scheikunde aan de Universiteit van Utrecht van 1948-1972.
- Jacobus Smittenberg werd op 26 november 1905 geboren in Weert. Na het doorlopen van de HBS studeerde hij scheikundige technologie aan de toenmalige Technische Hogeschool te Delft en behaalde in januari 1928 met lof het ingenieursdiploma. Op 29 oktober 1931 promoveerde hij bij prof. dr. F.E.C. Scheffer op het proefschrift ‘De invloed van temperatuur en druk op de adsorptie van waterstof door nikkel’. Het proefschrift is te downloaden van de TU Delft Repository. Na zijn promotie werkte hij enkele jaren aan de Universiteit van Bristol als Ramsey Memorial Fellow. In 1934 trad hij in dienst bij De Bataafsche Petroleummaatschappij te Amsterdam 1934, later bekend als het Koninklijke Shell Laboratorium (KSLA). Over zijn onderzoek verschenen publicaties in toonaangevende wetenschappelijke tijdschriften zoals Journal of the American Chemical Society en Nature.
- Met aanvang van 1 oktober 1948 werd Smittenberg, toen inmiddels het hoofd van de analytische researchafdeling van het KSLA, aangesteld tot hoogleraar analytische en propedeutische scheikunde aan de Universiteit van Utrecht. Hij volgde de lector Theodorus Stengers op die tot 1947 had onderwezen in de slechte behuizing van het laboratorium aan de Biltstraat. De titel van zijn oratie op 4 april 1949 luidde ‘Gereedschap en taak van de analytisch- chemicus’.
Een voorwaarde voor de benoeming van Smittenberg in 1948 was de bouw van een nieuw laboratorium. Pas in 1953 werd definitief besloten tot de bouw van het Analytisch Chemisch Laboratorium aangrenzend aan het bestaande Organisch Chemisch Laboratorium in de Croesestraat 77 te Utrecht. In het Chemisch Weekblad 55 (1959, p. 101-102) werd bericht over de opening op 5 maart 1959 en de inrichting van het Analytisch Chemisch Laboratorium met Smittenberg als hoogleraar-directeur. In het nieuwe gebouw werd ook een TNO-instituut gehuisvest. De in 1942 gevormde Stichting Centraal Instituut voor Physisch-Chemische Constanten (CIPC), waarvan Smittenberg vanaf 1942 secretaris was, werd per 1 januari 1959 opgenomen binnen TNO als het Fysisch-Chemische Instituut met onderdak in het nieuwe gebouw. In het Chemisch Weekblad schreef Smittenberg ieder jaar van 1942 tot 1959 een uitgebreid verslag over de werkzaamheden van de Stichting CIPC.
Elektrochemie was een van de belangrijke wetenschappelijke onderwerpen van Smittenberg in Utrecht. In het Chemisch Weekblad 56 (1960, p. 1-7) verscheen een artikel van hem over elektrodepotentiaal en elektrodepolarisatie ter inleiding van een symposium over elektrometrische titratiemethodes. Hij was in 1965 voorzitter van de Werkgemeenschap voor Elektrochemie van de Stichting SON. Infraroodspectroscopie was een tweede onderwerp en Smittenberg maakte deel uit van de Werkgemeenschap Spectroscopie van de Stichting SON.
In 1962 kwam prof. dr. Geo Dijkstra over van Unilever en werd benoemd op de nieuwe leerstoel Spectrometrische Analyse ter overbrugging van het tijdperk van de nat-chemische naar de instrumentele analysemethoden. In zijn memoires ‘Spectrum’, gepubliceerd in ‘Werken aan scheikunde’ (als pdf te downloaden), geeft Dijkstra een overzicht van de analytische chemie in Utrecht in de jaren zestig onder leiding van Smittenberg. - Over het geven van onderwijs aan de Utrechtse Universiteit schreef Smittenberg een artikel in het Chemisch Weekblad 55 (1959, p. 3-8). Tien jaar later schreef hij een artikel in het Chemisch Weekblad van 9 mei 1969 (p. 13-16) over de ethische aspecten van de chemiebeoefening. Eerder had hij in 1965 een serie van zes niet verplichte colleges gegeven met als onderwerp ‘Chemie en maatschappij’. De studenten stroomden begin jaren zestig massaal toe en in 1964 hadden zich 150 scheikundestudenten aangemeld met als gevolg plaats tekort in het Analytisch Chemisch Laboratorium. Aan het einde van de jaren zestig kreeg Smittenberg, als voorzitter van de subfaculteit scheikunde van de universiteit, te maken met studentenacties en wegens tijdgebrek werd verder afgezien van de colleges over chemie en maatschappij.
- Smittenberg ging op 1 januari 1972 met emeritaat en hield op 3 februari 1972 zijn afscheidsrede getiteld ‘Rekenschap’. Smittenberg was getrouwd en had vier kinderen. Hij overleed op 74-jarige leeftijd op 21 februari 1980 te Bilthoven waar hij sinds 1949 woonde.
- Tabellarische gegevens over Smittenberg staan vermeld in de 'Catalogus Professorum Academiae Rheno-Traiectinae' van de website van de Universiteitsbibliotheek van Utrecht. Hij is ook opgenomen in de Chemistry Tree.
___________________________________________________________________________________
Datum 16-12-2018