- Prof. drs. Pieter Alettinus Schenck (1928- ) was van 1969 tot 1993 hoogleraar algemene scheikunde aan de Technische Universiteit Delft en van 1977 tot 1991 buitengewoon hoogleraar organische geochemie aan de Universiteit Utrecht.
- Pieter Alettinus Schenck werd geboren op 9 augustus 1928 in Amsterdam. Zijn voornaam refereert naar die van zijn moeder Aletta Pieterje. Zijn vader was (hoofd)onderwijzer op een Muloschool in Amsterdam. Na het behalen van het diploma op het Vossius Gymnasium (bètarichting) ging hij in 1946 wis- en natuurkunde studeren aan de Universiteit van Amsterdam. In december 1955 werd het doctoraalexamen behaald in de organische chemie bij prof. dr. J.P. Wibaut.
- Na een korte periode als assistent op de universiteit en leraar op een lyceum in Den Haag trad hij in 1957 in dienst bij de Koninklijke Shell Groep. In het jaar 1957-1958 bij het laboratorium in Amsterdam (KSLA) en van 1958 tot 1968 bij de afdeling geochemie van het Koninklijke Shell Exploratie en Productie Laboratorium in Rijswijk. In 1964 werd hij voor een jaar gedetacheerd bij het Exploration and Production Laboratory van Shell Development Co. in Houston.
- Bij Koninklijk Besluit van 23 augustus 1968 werd Schenck benoemd tot hoogleraar in de afdeling scheikundige technologie te Delft. Het ambt werd aanvaard in 1969 en hij hield op 4 juni de intreerede ‘Raakvlakken der chemie’ met daarin een inleiding over organische geochemie. De rede is te downloaden van de TU Delft Repository (29.8 MB). In zijn dankwoord bedankte hij onder anderen zijn voormalige collega’s van de Shell, het bedrijf waar hij de kennis opdeed van de geochemie. Zijn onderwijstaak was het verzorgen van het college algemene chemie voor de propedeuse.
Naast het geven van colleges werd in Delft gestart met fundamenteel onderzoek in de organische geochemie. In het Chemisch Weekblad van 4 oktober 1974 (p. v30-v31) werd het vakgebied beschreven met de titel ‘Organische geochemie: jonge loot aan zeer oude stam’. In de inleiding van het artikel staat dat een deel van de kringloop van de organische koolstof in de geosfeer wordt bestudeerd door eerst de aanwezige verbindingen te inventariseren en daarna het voorkomen te verklaren. De gegevens kunnen bijvoorbeeld toepassing vinden in de olie-exploitatie en bij milieuproblemen.
Een onderzoekgroep Organische Geochemie werd gevormd met onder anderen J.J. Boon en J.W. de Leeuw. Samen met Schenck schreven zij onder meer het artikel ‘Gidsmoleculen in afzettingsmilieus’ in het Chemisch Weekblad van januari 1976 (p. m9-m11). Hoe bepaalde organische moleculen inzicht kunnen verschaffen in de manier waarop sediment in de loop der tijd is opgebouwd.
Schenck begeleidde promovendi en de proefschriften van negen van hen in de periode 1975-1994 zijn te downloaden van de TU Delft Repository. - Schenck was actief in de internationale Geochemical Society. In zijn periode bij Shell was hij medeorganisator van ‘The 4th International Meeting on Organic Geochemistry, Held in Amsterdam, September 16-18, 1968’. Samen met I. Havenaar was hij editor van de verschenen proceedings onder de titel ‘Advances in Organic Geochemistry 1968’. Het boek is digitaal beschikbaar gemaakt.
In 1983 werd opnieuw in Nederland een internationale bijeenkomst gehouden en samen J.W. de Leeuw en G.W.M. Lijmbach was Schenck editor van ‘Advances in Organic Geochemistry 1983: Proceedings of the 11th International Meeting on Organic Geochemistry, the Hague, the Netherlands, September 1983’. - Van augustus 1977 tot augustus 1991 was Schenck, naast zijn hoogleraarschap in Delft, tevens buitengewoon hoogleraar organische geochemie in Utrecht. Een kort tabellarisch overzicht van die periode staat vermeld in de Catalogus Professorum Academiæ Rheno-Traiectinæ. Op de website van het Universiteitsmuseum Utrecht staat een foto van Schenck.
- In 1993 ging Schenck met emeritaat aan de TU Delft. Op 10 augustus 1993 hield hij zijn uittreerede ‘Fossiel; verleden, toekomst, heden, recent’ met voorbeelden van het uitgevoerde wetenschappelijke onderzoek. De rede is te downloaden van de TU Delft Repository (42.3 MB).
Schenck was medeoprichter van de European Association of Organic Geochemists (EAOG), die formeel in 1983 werd opgericht, en was de eerste vier jaar voorzitter. Wegens zijn verdienste voor de EAOG werd ter gelegenheid van zijn emeritaat in 1993 de ‘Pieter Schenck Award’ in het leven geroepen. De prijs wordt elke twee jaar toegekend aan een getalenteerde jonge geochemicus. - Schenck was ook bestuurlijk actief. In 1973 werd hij voorzitter van de Nederlandse Geochemische Kring, die vanaf 2010 deel uitmaakt van de KNCV Sectie Milieuchemie. In twee periodes (1983-1986 en 1987-1988) was hij decaan van de faculteit scheikundige technologie in Delft. Van 1988 tot 1993 was hij rector-magnificus van de TU Delft. Op 9 september 1988 hield hij de intreerede ‘Kansen voor de TU Delft’ en memoreerde daarin dat hij voor het eerst sinds 1957 niet meer in een laboratorium werkte maar naar een kantoor was verhuisd. In de TU Delft Repository zijn de intreerede en de openingsredes van academische jaren te downloaden. In 1992 werd hij als rector-magnificus benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
- Een korte biografie van Schenck is gepubliceerd in de Nederlandstalige Wikipedia. Hij is tevens opgenomen in de Chemistry Tree met daarin een lijst van de vele wetenschappelijke publicaties van zijn onderzoeksgroep geochemie. Een overzicht van zijn gepubliceerde boeken staat vermeld in WorldCat.
- Pieter Schenck was in 1956 getrouwd met Martha van den Berg, die in juli 2013 op 84-jarige leeftijd overleed. Schenck zelf is nog altijd actief en hield in januari 2019 een voordracht voor de Delftse studievereniging het Technologisch Gezelschap waarvan hij erelid is.
___________________________________________________________________________________________
Datum 23 maart 2020