- Adrianus Johannes van Peski (1885-1946) was een scheikundig technoloog, vanaf 1927 leidinggevend aan de afdeling chemie van het laboratorium van De Bataafsche Petroleum Maatschappij in Amsterdam.
- Adrianus Johannes van Peski werd geboren op 6 mei 1885 in Kralingen, toen nog een aparte gemeente en in 1895 bij Rotterdam gevoegd. Als oudste zoon in een gezin met vele kinderen kreeg hij dezelfde voornamen als zijn vader en werd dan ook in zijn jonge jaren aangeduid met het achtervoegsel ‘Jr’. In 1903 slaagde hij voor het HBS-examen in Rotterdam en ging scheikunde studeren aan de Polytechnische School te Delft. Ieder jaar slaagde hij voor zijn examens om in 1908 met lof af te studeren in het sinds 1905 tot Technische Hogeschool Delft verheven opleidingsinstituut voor ingenieurs. Tot 1911 bleef hij in Delft als assistent voor de analytische scheikunde.
- In 1911 trad hij in dienst van de NV Fabriek van Chemische Producten. Een in 1901 in Schiedam begonnen fabriek voor het synthetiseren van organische stoffen. Later verhuisd naar de Vondelingenplaat onder Pernis aan de overkant van de Nieuwe Maas. In de Eerste Wereldoorlog produceerde het bedrijf nitrotolueen voor de Nederlandse krijgsmacht en aniline, een uitgangstof voor kleurstoffen. In meer detail beschreven door Ernst Homburg, in het deel over chemie in ‘Techniek in Nederland in de twintigste eeuw’ (Deel 2. Chemie, hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4). Met verwijzingen naar Van Peski (p. 307, 315).
- In 1915 werd op de Vondelingenplaat een onderzoekslaboratorium opgericht. Daar deed Van Peski onder meer onderzoek naar de reactie tussen zwavelzuur en azijnzuuranhydride. Dit vormde het begin van de bereiding van alkylsulfaten die later toepassing vonden als synthetische wasmiddelen. In zijn overzicht van de belangrijkste bijdragen van Nederlandse chemici tot 1953 in het Chemisch Weekblad 49 (1953, p. 588) nam prof. dr. H.J. Backer dit onderzoek op. Toen Van Peski in 1922 de Vondelingenplaat verliet, was hij hoofd van het onderzoekslaboratorium.
- In 1922 begon Van Peski aan een tweede periode in Delft als hoofdassistent bij prof. dr. ir. J. Boesëken, hoogleraar organische en analytische scheikunde. Hij verhuisde van woongebied rond Rotterdam naar Den Haag. In Delft deed hij nog altijd praktisch laboratoriumwerk waarbij het in maart 1926 mis ging doordat een glazen kolf explodeerde. Hij raakte gewond aan het gezicht en de linkerhand en moest voor behandeling opgenomen worden in het Bethel ziekenhuis in Delft. Het incident haalde de landelijke pers (zie KB/Delpher). In deze periode in Delft trad hij tevens op als deskundige bij het afnemen van middelbare schoolexamens.
- In 1927 verliet hij Delft opnieuw, verhuisde naar Bussum en trad in dienst van de NV De Bataafsche Petroleum Maatschappij (BPM, nu Shell) in Amsterdam. Hij werd hoofd van de nieuw gevormde afdeling chemie van het onderzoekslaboratorium. En stelde in 1928 een onderzoeksprogramma op voor de chemische verwerking van aardolieproducten. H.A.M. Snelders roemde hem in de ‘Geschiedenis van de scheikunde in Nederland - Deel 2’ (p. 181) voor zijn bezielende leiding aan een aantal jonge scheikundige technologen onder wie dr. ir. J.C. Vlugter. In ‘Techniek in Nederland in de twintigste eeuw’ (Deel 2. Chemie, hoofdstuk 5 en hoofdstuk 6) bespreekt Ernst Homburg het onderzoek van Van Peski en zijn groep bij de BPM/Shell (p. 351, 355, 367).
- Vanaf 1927 draaide het bij Van Peski om koolwaterstoffen. Een van de projecten betrof het op de Vondelingenplaat begonnen onderzoek van reacties met zwavelzuur en dat kreeg in het begin van de jaren dertig een vervolg. In een vloeibaar kraakdestillaat met een hoog olefinisch gehalte werden de olefinen bestaande uit zo’n 8 tot 18 koolstofatomen, met geconcentreerd zwavelzuur omgezet tot alkylsulfaten. Het proces vormde de geboorte van het schoonmaakmiddel Teepol. In meer detail besproken door H. Hoog in het artikel ‘Petroleum als grondstof voor de chemische industrie’ in het Chemisch Weekblad 47 (1951) 771-773.
- Fysisch-chemisch georiënteerd onderzoek vond eveneens plaats zoals het begrijpen en voorkomen van ‘kloppen’ van automotoren. In 1934 nam Van Peski deel aan een door de KNCV georganiseerd symposium over explosieve reacties en explosieve stoffen. Daarbij kwamen zowel explosies in de civiele sector als van buskruit en springstoffen aan de orde. Samen met G.D. Boerlage werd in het Chemisch Weekblad van 1934 (p. 700-706) de tekst van de voordracht ‘Detonatie in verbrandingsmotoren’ gepubliceerd.
- Van Peski schreef weinig wetenschappelijke publicaties, maar er staan 182 patenten op zijn naam die in diverse landen werden ingediend vanaf het einde van de jaren twintig tot begin jaren veertig. De titels geven een overzicht van de vele onderwerpen waaraan het Amsterdamse laboratorium in die periode onder zijn leiding werkte. Vanaf 1940 was het bovendien zaak om het laboratorium aan het werk te houden onder de Duitse bezetting.
- Op 8 augustus 1912 was Van Peski in Den Haag getrouwd met zijn familielid Carolina Catharina Johanna van Peski (1880-1953). Ze kregen in de jaren 1914-1915 twee dochters toen het echtpaar in Vlaardingen woonde. Een in 1917 geboren zoontje overleed in 1920.
Van Peski was in 1920 lid van de KNCV geworden maar dat lidmaatschap was niet blijvend. Hij werd in 1935 wel lid van het in 1790 opgerichte Amsterdamse Genootschap ter bevordering van Natuur- Genees- en Heelkunde. Kort na zijn afscheid van het laboratorium overleed hij op 61-jarige leeftijd op 19 juni 1946 in zijn woonplaats Bussum. - Op 27 oktober 1953 kreeg Van Peski een postume hulde. Vlugter, inmiddels adjunct-directeur van het Koninklijke/Shell Laboratorium te Amsterdam, onthulde een plaquette op het Shell-terrein met Van Peski’s portret. Vlugter wees daarbij op de betekenis van zijn werk voor de ontwikkeling van de chemische research.
- Dr. ir. H. Hoog was een Shell-collega van Vlugter en schreef in het tijdschrift Proces Technologie van februari 1992 een terugblik op de researchactiviteiten in Amsterdam (met toestemming van de NPT als pdf-bestand op deze website geplaatst). Daarin wordt tevens aandacht besteed aan de periode Van Peski 1934-1938. De paragraaf eindigt met: ‘Vlugter liet er later geen twijfel over bestaan dat het researchwerk, gestimuleerd door de vooruitziende blik van Van Peski, aan Shell bij het uitbreken van de oorlog een dominerende positie in katalytische conversie heeft bezorgd’.
___________________________________________________________________________________________
Datum 20-2-2021