- Johannes Hubertus Ottenheijm (1921-1997) was hoofd van de afdeling Organische Chemie van het Centraal Laboratorium van de Staatsmijnen/DSM en had een belangrijke rol in de Research & Development van DSM.
- Johannes (Hans) Hubertus Ottenheijm (later Ottenheym) werd op 21 oktober geboren in Gützenrath, een dorp in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen en deel van Niederkrüchten. Niet ver gelegen van de grens met Limburg ten hoogte van Roermond. De familienaam Ottenheijm duikt in het begin van de 18de eeuw op in het Limburgse Tegelen. Zijn ouders zochten hun toekomst in Duitsland maar behielden de Nederlandse nationaliteit.
- Ottenheym volgde het gymnasium in Mönchen-Gladbach en na het behalen van zijn diploma ging hij in 1940 studeren aan de Universiteit van Göttingen. Hij studeerde in november 1944 af als scheikundig Diplom-Ingenieur. In de jaren vlak na het einde van de Tweede Wereldoorlog werkte hij als bedrijfschemicus bij de firma Ottenheym in Sythen bij de stad Haltern in Westfalen. In maart 1948 trad hij in dienst van het Centraal Laboratorium van de Staatsmijnen te Geleen waar hij de rest van zijn carrière bleef werken. Hij begon op de afdeling Organische Chemie waarvan hij in 1960 de leiding kreeg.
- Ottenheym werd in 1952 lid van de KNCV en was in de jaren zestig lid van het bestuur van de Sectie voor Organische Chemie van de KNCV. Hij maakte tevens deel uit van de commissie Food Additives, een Europese adviesgroep. Zijn belangstelling voor voedsel en aminozuren blijkt uit een publicatie in het Chemisch Weekblad van 22 maart 1968 (p. 11-15). Daarin staat het artikel ‘Mogelijkheden voor de verbetering van de biologische waarde van eiwitten’. Hij pleitte voor de toevoeging van bepaalde aminozuren aan plantaardig voedsel met name van lysine dat onvoldoende aanwezig is in planteneiwitten. Dat inzicht was al in de jaren vijftig gegroeid en vanaf 1957 werkte Ottenheym samen met G. Berkhoff aan een proces om lysine te maken uitgaande van caprolactam, een van de basisproducten van DSM. Het werd echter ‘A Failed Diversification’ zoals beschreven in het boek ‘The Company that Changed Itself: R&D and the Transformations of DSM’ van Arjan van Rooij uit 2007 (p. 114-125). Er werd weliswaar een proeffabriek gebouwd maar om kostprijsredenen werd de lysine-proeffabriek gestopt tot onvrede van Ottenheym. Pas in 1975 werd het laboratoriumonderzoek aan lysine volledig gestopt.
- Ottenheyms visie om aan aminozuren en later aan enzymen te werken was vooruitziend en heeft mede geleid tot diversificatie van de DSM-producten richting de fijnchemie. Na lysine werd de focus gelegd op andere aminozuren zoals fenylglycine (Van Rooij, p. 153-155). Uit het onderzoek aan aminozuren van Ottenheym en zijn groep, waartoe W.H.J. (Willy) Boesten behoorde, kwam het succesvolle project voort om aspartaam te produceren (Van Rooij, p. 214-216). Aspartaam is een methylester van het dipeptide van de chirale aminozuren L-asparaginezuur en L-fenylalanine. De zoetstof is 200 maal zo zoet als de natuurlijke suiker sacharose. In 1972 octrooieerde DSM een proces om aspartaam te maken. Met enzymen werden de D- en L-aminozuren op technologische schaal gescheiden. DSM sloot in 1985 een samenwerking met het Japanse bedrijf Toya Soda voor de enzymatische synthese van aspartaam.
- Bij een reorganisatie werd in 1972 een nieuwe onderzoeksafdeling gevormd met Ottenheym als hoofd van de sectie Pioneering Research (Van Rooij, p. 154). Van een meer praktiserend chemicus werd hij een senior-adviseur in het Centraal Laboratorium.
Als industrieel werkend research-chemicus heeft Ottenheym geen lange lijst van wetenschappelijke publicaties geschreven. Wel staan er 41 patenten op zijn naam, ingediend door het DSM-onderdeel Stamicarbon. - Ottenheym was in 1955 getrouwd met de in Silezië geboren weefkunstenares Helga Paetzold (1933-1990). Haar expressionistische wandkleden werden onder meer in de DSM-gebouwen getoond. Het paar kreeg vijf kinderen maar het huwelijk hield geen stand.
Bij het artikel in het Chemisch Weekblad uit 1968 staat vermeld dat Ottenheym een kenner, liefhebber en verzamelaar van moderne kunst was en dat hij bovendien oude Chinese keramiek van voor de Sung-periode verzamelde. - Hans Ottenheym overleed op 6 oktober 1997 in Sittard op 75-jarige leeftijd. Prof. dr. Emmo Meijer (DSM) en prof. dr. Harry Ottenheijm schreven in het Chemisch Weekblad van 4 november 1997 een In memoriam (als pdf te downloaden) waarin ook uitvoerig op zijn karakter wordt ingegaan.
____________________________________________________________________________________________
Datum 20-11-2020