- Dr. ing. Lodewijk van der Grinten was in 1928 medeoprichter en van 1942 tot 1964 mededirecteur van de NV Chemische Fabriek L. van der Grinten.
- Lodewijk (roepnaam Louis) Pieter Frans van der Grinten (1894-1981) werd geboren op 24 maart 1894 in Venlo als zoon van de apotheker en fabrikant van boterkleursel Frans Hendrik Lodewijk van der Grinten (1865-1943). Het familiebedrijf was in 1857 opgericht door zijn grootvader. Louis van der Grinten volgde in Nijmegen aan het Canisius College de HBS en slaagde in 1910 als zestienjarige voor zijn eindexamen. Vervolgens studeerde hij scheikunde aan de Königlich Bayerische Technische Hochschule in München en promoveerde op het proefschrift ‘Über Trinitro-m-xylol’ bij prof. dr. Gustav Schultz. Schultz was een autoriteit op het gebied van kleurstoffen en aromatische verbindingen. Het proefschrift werd in 1915 in München in druk uitgebracht.
- Teruggekomen in Nederland moest Louis van der Grinten in militaire dienst, werd ingedeeld bij een regiment infanterie en in november 1915 tot reserve-tweede-luitenant benoemd. In januari 1917 werd hij gedetacheerd bij de Artillerie-Inrichtingen op de Hembrug bij Zaandam. Daar was hij werkzaam in het Scheikundig Laboratorium onder leiding van Jan David Berkhout tot het einde van de Eerste Wereldoorlog. Hij werkte hier onder andere samen met Constant Frederik van Duin op het gebied van onderzoek aan explosieven. In 1919 verscheen daarover de publicatie: C.F. van Duin, L.P.F. van der Grinten en P. van der Woude, ‘Contribution à l’ analyse de la poudre sans fumée’, Rec. trav. chim. 38 (1919) 163-169.
- Vanaf 1917 verblijvend in Amsterdam kon hij tevens aan de universiteit aldaar literatuuronderzoek uitvoeren op het gebied van de reproductie, in het bijzonder van blauwdrukmaterialen en lichtgevoelige diazochemicaliën. Dat vormde het begin van zijn verdere loopbaan. In Amsterdam trouwde hij op 8 januari 1918 met Eugenie Schrijnen (1895-1982). Na het einde van de Eerste Wereldoorlog verhuisde het paar naar Venlo waar ze de rest van hun leven woonden. Hij behield zijn militaire rang en werd in mei 1932 tot reservekapitein voor speciale diensten bij de artillerie benoemd.
- Terug in Venlo ging Louis van der Grinten werken in het bedrijf van zijn vader als onderzoeker. Hij ontwikkelde kleurstoffen en blauwdrukmaterialen. En oriënteerde zich internationaal op het gebied van kopieersystemen met bezoeken aan firma’s in de Verenigde Staten en Duitsland. Hij werkte een nieuw kopieersysteem uit op basis van de halfdroge diazotypie en omzeilde de bestaande octrooien. Het ontwikkelde fotografische procedé berust op de ontleding van diazoverbindingen op belichte plaatsen, waardoor die met een koppelingsproduct geen azokleurstof kunnen vormen. Op de onbelichte plaatsen vindt die koppeling met een fenolische stof wel plaats waardoor zichtbare beelden ontstaan. In 1926 werd een octrooi aangevraagd en dat was de eerste van de 36 octrooien die op zijn naam staan. In 1928 werd de productie van Primulin Ohne Componente, kortweg Océ-papier genoemd, gestart in de opgerichte NV Chemische Fabriek L. van der Grinten. De naam Océ werd daaraan pas later toegevoegd.
- Louis van der Grinten werd in januari 1920 lid van de KNCV (toen nog NCV) en was dat 50 jaar later nog steeds. Gezien zijn ervaring met octrooien maakte hij vanaf 1938 deel uit van de Commissie voor Octrooibelangen van de KNCV. Hij hield over zijn uitvinding diazotypie diverse lezingen in bijeenkomsten van de sectie voor Organische Chemie en Chemische Kringen. In het Chemisch Weekblad van 23 juni 1934 staat een kort verslag (p. 403-404) van een dergelijke bijeenkomst. In het Chemisch Weekblad van 10 april 1937 (p. 274) concludeerde een rapporteur dat hij zich niet alleen als uitvinder, maar ook als docent heeft leren kennen en door zijn voordracht ongetwijfeld veel nieuwe bewonderaars voor de diazotypie heeft gewonnen.
- In 1942 trad zijn vader Frans van der Grinten terug als directeur en werd Louis een van de directeuren van de Chemische Fabriek L. van der Grinten. Hij werd vooral belast met de leiding van het wetenschappelijk onderzoek, octrooizaken en juridische zaken. Het bleef een familiebedrijf dat na de Tweede Wereldoorlog een sterke groei doormaakte. Samen met zijn twee broers werd het bedrijf uitgebouwd en werd Louis van der Grinten van wetenschappelijke onderzoeker een manager. In 1964 trad hij af als directielid maar bleef nog aan als commissaris. Op de website van het International Institute of Social History staat een biografische schets en een geschilderd portret van hem.
- In 1957 werd Louis van der Grinten benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau. In 1958 ontving hij de gouden speurwerkmedaille van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIVI) voor zijn baanbrekend werk op het gebied van de reproductietechniek. In 1970 ontving hij de Hoogewerff Gouden Medaille voor zijn verdiensten voor de chemische technologie.
- Louis van der Grinten overleed op 87-jarige leeftijd op 10 juni 1981 in Venlo. Een genealogie van de familie Van der Grinten is online geplaatst. Zijn vrouw Eugenie overleed een jaar later. Een van hun zoons vond nog een weg in het familiebedrijf tot in 1996 de laatste Van der Grinten uit het bestuur stapte en de naam uit de bedrijfsnaam werd gehaald. Maar Océ bleef een icoon in Venlo en Louis van der Grinten was een van de Founding Fathers.
- Voor een uitgebreidere geschiedenis van het bedrijf zie:
H.F.J.M. van den Eerenbeemt (red.), Van boterkleursel naar kopieersystemen. De ontstaansgeschiedenis van Océ-van der Grinten, 1877-1956, Leiden, 1992. Het boek werd besproken in BMGN - Low Countries Historical Review, Vol.109, pp. 109–110 (1994).
____________________________________________________________________________________________
Datum 18-3-2021