- Prof. dr. Jan Drenth (1925) was van 1967 tot 1990 lector en hoogleraar structuurchemie aan de Rijksuniversiteit Groningen.
- Jan Drenth werd op 20 februari 1925 in Groningen geboren en was de tweelingbroer van Wiendelt Drenth. Hij slaagde in 1942 voor het HBS-B examen in Groningen en ging vervolgens samen met zijn broer wis- en natuurkunde studeren aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Zijn studie werd in 1943 onderbroken door het niet tekenen van de loyaliteitsverklaring met als gevolg dwangarbeid in Duitsland. Na de oorlog werd de studie hervat en in 1947 behaalde hij zijn kandidaatsexamen. Hij studeerde in 1952 cum laude af als scheikundige. Ulco Kooystra interviewde hem in 2007 voor een boek over prof. dr. H.J. Backer en haalde daarbij herinneringen op over Drenths studietijd in Groningen.
- Na het afstuderen werd een röntgenografisch onderzoek aan eiwitten begonnen bij prof. dr. E.H. Wiebenga. Een onderzoeksgebied waarop Drenth zijn verdere wetenschappelijke carrière in Groningen bleef werken. In Wiebenga’s laboratorium werd naast de kristallografie van eiwitten ook onderzoek verricht aan anorganische verbindingen door Aafje Vos die in 1955 promoveerde. Het onderzoek van beiden vormde het begin van de kristalchemie in Groningen dat internationale bekendheid verwierf.
Drenth promoveerde op 16 april 1957 cum laude op het proefschrift ‘Een röntgenografisch onderzoek van excelsine, edestine en tabakszaadglobuline’. Een samenvatting van het proefschrift is op de website van de RUG geplaatst. De drie planteneiwitten, met molecuulgewichten van rond de 300.000, werden geanalyseerd met röntgendiffractie en elektronenspectroscopie. Twee nieuwe analytische technieken werden ingezet die later onmisbaar bleken te zijn voor biochemisch onderzoek.
Na de promotie volgde in 1957-1958 een postdoc aanstelling bij prof. Barbara Low aan de Columbia University in New York om zich verder te bekwamen in de kristallografie van eiwitten. - Teruggekeerd in Groningen als wetenschappelijk medewerker werd een werkgroep gevormd voor de structuuropheldering van kristallijne eiwitten met röntgendiffractie. In 1967 werd Drenth tot lector structuurchemie benoemd en hield op 31 oktober 1967 de openbare les ‘Die andere wereld’. Twee jaar later volgde de benoeming tot hoogleraar.
In 1968 verscheen de indrukmakende publicatie: J. Drenth, J.N. Jansonius, R. Koekoek, H.M. Swen, B.G. Wolthers: ‘Structure of Papain’, Nature 218, 929-932 (1968). Het resultaat van jarenlang onderzoek aan het enzym papaïne opgebouwd uit 212 aminozuren en met een molecuulgewicht van 23.000. Die publicatie zette de researchgroep op de internationale kaart. Met de komst van de latere hoogleraar dr. W.G.J. (Wim) Hol (1945) werd de werkgroep eiwitkristallografie verder versterkt. En de introductie van steeds krachtiger computers maakten dat het rekenwerk sneller kon worden gedaan. ‘Een verborgen revolutie’ zoals Ton van Helvoort dat noemde in zijn boek over de computerisering van de RUG. - Drenth was naast KNCV-lid ook lid van de Nederlandse Vereniging voor Biochemie en actief in internationale organisaties. In augustus 1972 werd de achtste bijeenkomst van de Federation of European Biochemical Societies (FEBS) gehouden in Amsterdam. Drenth stelde samen met R.A. Oosterbaan en C. Veeger daarvan de proceedings samen met als titel ‘Enzymes: structure and function’.
In 1973 werd Drenth benoemd tot lid van de KNAW in het domein Natuur- en Technische Wetenschappen. - In 1980 verkreeg Drenth samen met prof. dr. G.H. de Haas van de Universiteit Utrecht de Koninklijke Shellprijs voor chemie. Zij leidden samen een onderzoek naar de structuur en werking van enzymen. In de beoordeling van de prijs staat dat Drenth in twintig jaar uitzonderlijke bijdragen had geleverd tot het röntgenografisch ophelderen van de samenstelling van enzymen.
- In september 1989 verscheen een artikel in het dagblad Trouw (zie KB/Delpher) over Nederlands onderzoek in de ruimte. Tijdens een bezoek aan het laboratorium van Drenth legde hij aan de hand van een model van papaïne de structuur van eiwitten uit, maar ook dat het maken van mooie, grote eiwitkristallen essentieel is voor goed kristallografisch onderzoek. En dat kristalgroei in de ruimte mogelijk beter zou verlopen.
- Per 1 januari 1990 ging Drenth met emeritaat. In de jaarlijkse lintjesregen werd hij in april 1990 benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
In De geschiedenis van de scheikunde, deel 3 (Delft, 2005) wordt zijn onderzoek kort besproken in zowel de hoofdstukken over Biochemie (p. 135, 139, 158) als Kristallografie (p. 168, 189). De hoofdstukken zijn te downloaden van de CHG-website. - Na zijn emeritaat bleef het vraagstuk van de kristalgroei boeien. Hij vormde met emeritus prof. dr. C. Haas een seniorenwerkgroep om de structuur, oppervlak en kristallisatie van eiwitten te bestuderen. In 1998 publiceerde beiden in het tijdschrift Journal Physical Chemistry over de resultaten van de groei van eiwitkristallen in waterige oplossingen.
- In 1994 verscheen het boek ‘Principles of Protein X-ray Crystallography’ bij Springer Verlag waarin Drenth zijn ervaringen vastlegde. Een bespreking van de tweede druk verscheen in het tijdschrift Acta Crystallographica (2001) en is online te raadplegen. De derde druk dateert uit 2007.
Informatie over Jan Drenth op internet (niet uitputtend):
- Een tabellarisch overzicht van zijn carrière wordt vermeld op de website Catalogus Professorum Academiae Groninganae.
- Een korte biografie staat in de Engelstalige Wikipedia met referenties naar drie internetbronnen.
- Drenth is opgenomen in de Chemistry Tree met een lijst van high-probability publicaties daterend tussen 1967 en 2005.
- De in bibliotheken beschikbare publicaties van Drenth staan in WorldCat.
- A vision for structural biology, een NWO terugblik van 60 jaar chemische wetenschappen 1956-2016.
_________________________________________________________________________________________
Datum 23-10-2020