- Prof. dr. ir. Cornelis (Kees) Boelhouwer (1923-2022) was buitengewoon en gewoon hoogleraar chemische technologie aan de Universiteit van Amsterdam van 1962 tot 1987.
- Bij zijn benoeming in Amsterdam verscheen in het Chemisch Weekblad van 1961 (p. B 311) de volgende biografische toelichting:
‘Dr. Boelhouwer werd op 16 januari 1923 geboren te Heemstede en doorliep de afdeling HBS-B van het Christelijk Lyceum te Haarlem. Hij legde in 1948 met lof het examen voor scheikundig ingenieur af aan de Technische Hogeschool te Delft. Van 1947 tot 1 september 1960 was hij verbonden aan het Laboratorium voor Chemische Technologie van deze hogeschool, aanvankelijk als assistent en later als wetenschappelijk hoofdambtenaar. Hij promoveerde in 1952 bij Prof. Dr. Ir. H.I. Waterman op een proefschrift over “Polymerisatieverschijnselen bij vette oliën”. Sedert 1 september 1960 is hij verbonden aan het Technologisch Laboratorium van de Rijksverdedigingsorganisatie TNO te Rijswijk. Dr. Boelhouwer zal de nieuw ingestelde leerstoel bezetten met als leeropdracht de Chemische Technologie waardoor een verruiming in de keuze van bijvakken ontstaat voor de studenten die scheikunde als hoofdvak voor hun doctoraalexamen kiezen. Een belangrijke aanleiding tot het instellen van deze leerstoel zijn ook de sinds geruime tijd door de Faculteit der wiskunde en natuurwetenschappen ontwikkelde plannen voor een baccalaureaatsopleiding geweest.’ - Boelhouwer promoveerde op 7 mei 1952 bij prof. H.I. Waterman op het proefschrift ‘Polymerisatie-verschijnselen bij vette oliën’. Het proefschrift is opgenomen in het TU Delft Institutional Repository en als pdf-bestand (38.9 MB) te downloaden.
- Op 22 januari 1962 hield hij de oratie 'Chemische technologie als toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek'. Hij werd de grondlegger van de afdeling chemische technologie aan de Universiteit van Amsterdam en na de komst van de buitengewoon hoogleraar M. Tels kwam er in 1967 ook een afdeling fysische technologie. Onderzoek werd geïnitieerd op het terrein van de toegepaste katalyse, energiedragers en milieu. In 1975 startte de latere hoogleraar, en zijn opvolger, J.A. Moulijn een katalytisch steenkoolvergassingsonderzoek na de oliecrisis van begin jaren zeventig (zie het artikel in het Chemische Magazine van mei 1980, m 319 – m 321). In 1987 werd een Biotechnologisch Centrum opgericht, een samenwerking van de faculteiten scheikunde en biologie. Daarin werd de in 1966 begonnen afdeling afvalwaterzuivering en de nieuwe afdeling bioproceskunde ondergebracht. Voor de bioproceskunde werd de Eindhovense prof. ir. S.P.P. Ottengraf in 1987 als buitengewoon hoogleraar aangesteld.
- In de geschiedenis van de scheikunde in Nederland 3 uit 2004 werd in hoofdstuk 11 (p. 229) zijn internationaal in hoog aanzien staande onderzoek aan olefinen, waarbij uit een olefine twee anderen worden gevormd, kort samengevat: 'De olefine-metathese was bekend als heterogeen gekatalyseerd proces, maar vanaf de jaren 1960 is een wijd spectrum van W- en Mo-verbindingen ontdekt, die de reactie homogeen katalyseren. C. Boelhouwer en zijn medewerkers J.C. Mol en J.A. Moulijn zijn erin geslaagd homogene en heterogene katalysatoren te ontwikkelen waarmee het mogelijk was ook gefunctionaliseerde olefinen tot reactie te brengen. Hierdoor werd een reeks van interessante toepassingsmogelijkheden geopend'. J.C. Mol noemde in een artikel in het Chemisch Magazine van mei 1988 (p. 365-369) de metathese een doorbraak in de organische chemie.
- Boelhouwer werd in 1974 lid van de Stichting ter Bevordering van een onbevangen Beoefening van Wetenschap en Onderwijs aan universiteiten en hogescholen. Doel van deze groep was in de eerste plaats het bestuderen van de problematiek die het gevolg is van de politisering van universitaire instellingen.
Van 1976 tot 1980 was hij tevens voorzitter van de Interfacultaire Vakgroep Milieukunde. - Op 1 januari 1985 nam Boelhouwer eervol ontslag wegens vervroegd pensioen, maar bleef nog twee jaar verbonden aan de universiteit als gastdocent biotechnologie. Op 19 mei 1987 hield hij zijn afscheidscollege 'Wetenschap, technologie, samenleving: enkele overwegingen en ervaringen'. Daarin toonde hij zich bezorgd over de toestand van het universitaire onderwijs. Het dagblad Trouw (zie KB/Delpher) wijdde er op 20 mei 1987 een kolom aan met als eerste zin uit zijn rede: ‘De spitsen van onze torens van wetenschap zullen hoger moeten worden opgetrokken, willen zij als bakens en zendmasten kunnen blijven functioneren’.
- Onder 'Boelhouwer, Cornelis' staan gegevens over zijn wetenschappelijke carrière van 1952 tot 1987 in het Album Academicum van de Universiteit van Amsterdam. Hij is opgenomen in de Chemistry Tree met een verwijzing naar zijn publicaties. Zijn memoires, getiteld ‘Chemische Technologie van Delft naar Amsterdam’, zijn gepubliceerd in ‘Werken aan scheikunde, 24 memoires van hen die de Nederlandse Chemie deze eeuw groot hebben gemaakt’, Delft, 1993, p. 353-375. Klik hier voor het hoofdstuk als pdf-bestand.
- Hij schreef na zijn emeritaat de bijdrage ‘De Waterman ringanalyse’ in Chemie achter de Dijken van Herman van Bekkum en Jan Reedijk (red.), uitgegeven in 2001 door KNAW/KNCV.
- Boelhouwer werd onderscheiden als Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Hij was tweemaal getrouwd. In de bibliografische encyclopedie Prabook staan nadere gegevens over zijn familie. Hij overleed op 26 december 2022 op 99-jarige leeftijd in Vinkeveen.
- Prof. dr. Jacob Moulijn, zijn leerling en enkele jaren opvolger in Amsterdam, sprak tijdens de afscheidsdienst. Diens tekst, rijk voorzien van foto’s uit de carrière van Kees Boelhouwer, is als pdf-bestand beschikbaar gesteld.
_____________________________________________________________________________
Datum 26-1-2023