Biotechnologie in volle evolutie
Eric Van Schoonenberghe, Alcohol tijdens de 19de eeuw, Biotechnologie in volle evolutie, Uitgeverij Snoeck, Heule (Be), 2012, 192 pagina’s, 174 illustraties.
In de negentiende eeuw bereikt de Belgische jeneverproductie ongekende hoogten. De Belgische mouters en stokers nemen actief deel aan de eerste industriële revolutie. Vrij vroeg introduceren ze stoomgeneratoren, stoommachines en de stookkolom van Cellier-Blumenthal, die het distilleren niet alleen continu maar ook energiezuinig maakt. Nieuwe goedkopere grondstoffen zoals suikerbieten, suikerbietmelasse en aardappelen doen hun intrede.
Stokers gaan te rade bij eminente wetenschappers als Dubrunfaut en Pasteur. Via wetenschappelijk onderzoek worden de biochemische inzichten in de verschillende productiefasen op punt gesteld. Ook de alcometrie wordt in deze periode verder geperfectioneerd. Tijdens het laatste kwart van de negentiende eeuw ontstaan de gist- en spiritusfabrieken die op grootschalige wijze, meestal uit suikerbietmelasse, goedkope, neutrale alcohol produceren, naast een heel arsenaal aan nevenproducten zoals gist en alcoholazijn. Ondertussen kent de industriële alcohol of spiritus ook vele andere toepassingen, niet gericht op consumptie: verwarming, verlichting, motoraandrijving, geneeskundig gebruik. Dit boek gaat terug naar de wortels van de biotechnologie en beschrijft een episode uit de rijke geschiedenis van de wetenschappen.
Een bespreking door Hendrik Deelstra (Universiteit van Antwerpen) is verschenen in Studium, Vol. 5, No. 4 (2012), p. 253-255. (Lees meer >>)