Van zwavelzuur tot katalysatorproductie

Al in 1835 richtte Gerard Tilman Ketjen aan de Marnixstraat in Amsterdam een fabriek op ter vervaardiging van “vitriool olie”. In 1888 werd het bedrijf omgezet in de N.V. Maatschappij voor Zwavelzuurbereiding G.T.Ketjen & Co. Klachten van de omwonenden maakten dat de fabriek eerst naar de Baarsjes en vervolgens, in 1900, verhuisde naar de Nieuwendammerkade in Amsterdam Noord.

In 1953 werd in samenwerking met Cyanamid een katalysatorfabriek gebouwd ten behoeve van de olieindustrie.

In 1962 fuseerde Ketjen met de Koninklijke Zout Industrie tot Koninklijke Zout Ketjen, wat door verdere fusies later AKZO Nobel is geworden.

Albemarle Catalysts Company nam in 2004 de katalysator fabrieken over.

Albemarle, opgericht in 1887 in de USA als een papierfabriek, verwierf in 1962 Ethyl Corporation, dat de productie van Tetraethyllood (TEL), het antiklopmiddel voor de autoindustrie, in handen had. Sindsdien heeft het zich voornamelijk gericht op de productie en verkoop van specialty chemicals en katalysatoren over de gehele wereld.

Op de Amsterdamse locatie staan drie fabrieken: de FCC plant, die sinds 1953 Fluid Cracking Catalysts produceert; een HPC plant, die Hydro Processing Catalysts maakt (sinds1956); en een multi-purpose plant, voor de productie van Isomerisatie-, Methylchloride-, Methylamine-, Melamine- en Oxychlorinering Katalysatoren.

Bovendien zijn er op het Amsterdamse fabrieksterrein nog een Research Center en verschillende ondersteunende afdelingen.

Het programma, dat een mix van bedrijfsgeschiedenis en historische aspecten van de katalysatorontwikkeling biedt, ziet er als volgt uit:

Opgave van naam van de werkgever (voor zover van toepassing) en het meenemen van een geldig ID zijn vereist.

Zonder deze gegevens kan geen toegang verleend worden.