Excursie naar TNO Defensie & Veiligheid (TNO D&V) met een minisymposium over de problematiek van het chemisch wapen in Nederland georganiseerd door de Chemie Historische Groep (CHG) van de KNCV en de Rotterdamsche Chemische Kring (RCK).
Locatie: | TNO D&V, Rijswijk |
Datum en tijd: | donderdag 7 oktober 2010 |
Programma
12.00 - 12.45 uur |
Ontvangst met broodjes en koffie |
12.45 - 12.55 uur |
Welkom door management TNO D&V Introductie door Ernst Homburg, voorzitter CHG en Harre Kayen, voorzitter RCK |
12.55 - 13.30 uur |
Eric R.J. Wils (Vlaardingen): Fritz Haber, de vader van het chemisch wapen |
13.30 - 14.05 uur |
Herman Roozenbeek (NIMH, Den Haag): De Nederlandse Krijgsmacht en het chemisch wapen tussen 1915 en 1948 |
14.05 - 14.40 uur |
Maarten S. Nieuwenhuizen (TNO, Rijswijk): De geschiedenis van het defensieonderzoek bij TNO op het gebied van het chemisch wapen |
14.40 - 15.15 uur |
Daan Noort (TNO, Rijswijk): Onderzoek naar het aantonen van blootstelling aan chemische wapens |
15.15 - 15.30 uur |
Koffie/theepauze |
15.30 - 16.30 uur |
Bezoek aan de locaties van het onderzoek naar gasmaskers en beschermende kleding ('Whole system testing') |
16.30 - 17.00 uur |
Afsluiting met een drankje |
Toelichting
Het gebruik van rook en giftige gassen om een vijand te verschalken gaat terug tot de oorlogvoering in de oudheid. Maar 22 april 1915 wordt toch algemeen gezien als het begin van de chemische oorlogvoering. Op die datum liet het Duitse leger tijdens de Eerste Wereldoorlog 150 ton chloorgas los op onbeschermde Franse troepen bij Ieper. Een centrale rol bij die operatie speelde de prominente Duitse chemicus Fritz Haber (zie artikel). Hij had in de jaren voor de Eerste Wereldoorlog naam gemaakt door de synthese van ammoniak uit stikstof en waterstof. Haber nam echter geen genoegen met een rol als wetenschappelijk adviseur, maar was daadwerkelijk aan het front aanwezig. Wat dat betreft zette hij een belangrijke stap in de relatie tussen wetenschap en krijgsmacht, tot de Eerste Wereldoorlog duidelijk gescheiden werelden. En hij zou de geschiedenis ingaan als de 'vader' van het chemisch wapen. Chloor werd spoedig na april 1915 gevolgd door het meer toxische fosgeen en in 1917 door mosterdgas. Een middel dat blaren veroorzaakt, die moeilijk genezen.
Vrijwel onmiddellijk na het loslaten van het chloorgas werd 'tegengas' gegeven door de strijdende partijen middels de ontwikkeling van beschermende middelen, waarvan het gasmasker het meest bekend is. Een ontwikkeling die, na bijna 100 jaar, tot op de dag van vandaag doorgaat.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog besloot de Nederlandse Krijgsmacht dat het ook over het gaswapen wilde beschikken en orders aan de Nederlandse chemische industrie werden uitgezet. Ook in de aanloop tot de Tweede Wereldoorlog meende met name het Nederlands-Indisch leger over een voorraad mosterdgas te willen beschikken. Dit heeft geleid tot een kleine mosterdgasfabriek in Nederlands-Indië.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog produceerde Duitsland een nieuw soort chemisch wapen bekend onder de naam zenuwgassen. Dit zijn organische fosforverbindingen die acuut ingrijpen op de werking van zenuw en spier. Stoffen die bekend staan onder hun triviale namen als tabun, soman en sarin. Vooral die laatste naam maakte in 1995 wereldnieuws door de aanslag van een terreurgroep met dit middel in de metro in Tokyo.
Na de Tweede Wereldoorlog werd in Nederland tot de unieke stap besloten om het militairwetenschappelijk onderzoek onder te brengen bij TNO. Als onderdeel daarvan werd in 1948 het Chemisch Laboratorium van de Rijksverdedigingsorganisatie TNO opgericht vooral om meer kennis te verzamelen over de werking van die nieuwe zenuwgassen. De kern van dit Chemisch Laboratorium TNO leeft nog altijd voort in het huidige TNO Defensie & Veiligheid.
In het interbellum vonden nationaal en internationaal uitgebreide discussies plaats over het chemisch wapen en werd ook in politieke zin 'tegengas' gegeven. In 1925 werd een internationaal verdrag opgesteld, het Protocol van Genève, dat het eerste gebruik van chemische wapens door staten in oorlog verbiedt. Maar pas in 1997, na het in werking treden van het Chemisch Wapenverdrag, verklaarden alle lidstaten af te zien om chemische wapens te gebruiken of te produceren.
'De geest in de fles' is dan ook de titel van een recente studie van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) over de omgang van de Nederlandse defensieorganisatie met chemische strijdmiddelen in de periode 1915-1997. Maar een fles is meestal van glas en kan breken. Voorzichtigheid blijft derhalve geboden, want terroristen houden zich niet aan internationale verdragen. Er wordt dus nog altijd 'tegengas' gegeven bij TNO zoals onderzoek naar het aantonen van de blootstelling van de mens aan strijdgassen.
Gegevens
Datum |
Donderdag 7 oktober 2010, 12.00 tot 17.00 uur |
Plaats |
TNO Defensie en Veiligheid Lange Kleiweg 137 Rijswijk (ZH) |
Aanmelden symposium |
Tot uiterlijk woensdag 29 september 2010 Voor CHG-leden bij Ernst Homburg. Bij voorkeur per e-mail: e.homburg@maastrichtuniversity.nl. (Eventueel per telefoon: 043-3883314) Voor RCK-leden bij Henk Ottevangers. Bij voorkeur per e-mail: hwottevangers@yahoo.com. (eventueel per telefoon: 06-50234086)
Voor de toegang tot de TNO locatie gelden de volgende regels: de opgave van naam, geboortedatum en -plaats en het meenemen van een geldig ID zijn vereist. Zonder deze gegevens kan geen toegang verleend worden. |
Kosten deelname |
CHG- en RCK-leden: € 5. Niet-leden: € 10. Deelname wordt pas definitief na overmaking van uw bijdrage op ING rekening 2295234 t.n.v. E.R.J. Wils te Vlaardingen (CHG) dan wel ING rekening 128280 van Rotterdamsche Chemische Kring te Barendrecht. |
Openbaar vervoer |
Tussen de treinstations Delft en Rijswijk onderhoudt Veolia Transport met buslijn 130 een verbinding. Frequentie tweemaal per uur. Uitstappen bij TNO/Lange Kleiweg. Zie voor de tijden: www.veolia-transport.nl/reisinformatie/reisinformatiehaaglanden/dienstregelinghaaglanden. Vanaf de poort is het nog ca. 5 minuten lopen naar het hoofdgebouw. |
Eigen vervoer en parkeren |
De Lange Kleiweg ligt in tussen Delft en Rijwijk, niet ver van de Delftse Vliet. De afslagen van de snelwegen zijn Rijswijk vanaf de A4 en Delft-Noord vanaf de A13. Zie: Adres en routeplanner in Google Maps. Er is op het TNO terrein parkeergelegenheid. |
Toegang tot locatie |
Melden bij de portier aan de Lange Kleiweg 137, die doorverwijst naar het Prins Mauritsgebouw. De lezingen worden gehouden in de Simon Stevinzaal. |